Paus Pius XII - 5 december 1954
Het vraagstuk, dat wij vandaag willen behandelen, is onder onze aandacht gebracht door één van de uwen, de hooggeleerde professor Carnelutti. Het is de functie van de straf, het "verlossen van de schuldige door de boete". Wij zouden dit vraagstuk graag aldus formuleren: de schuld en de straf in hun onderling verband. Wij willen nl. in grote lijnen de weg van de mens aangeven uit de toestand van schuldeloosheid door de schuldige daad naar de toestand van schuld en straf (reatus culpae et poenae); en omgekeerd de terugkeer uit deze toestand door berouw en boete naar de toestand van bevrijding van schuld en straf. Wij zullen dan duidelijker kunnen zien, welke de oorsprong is van de straf, wat haar wezen, wat haar functie is, en welke vorm zij moet aannemen om de schuldige te brengen tot zijn bevrijding.