10 juni 2014
In de twintigste eeuw verkenden katholieke theologen de leer van de sensus fidei fidelium in de contact van een theologie van de Traditie, een hernieuwde ecclesiologie en een theologie van de leken. Zij benadrukten dat de ‘de Kerk’ niet identiek is aan haar herders, dat de gehele Kerk door het werk van de Heilige Geest onderwerp of ‘orgaan’ van de Traditie is; en dat leken een actieve rol te spelen hebben in het doorgeven van het apostolisch geloof. Het magisterium onderschreef deze ontwikkeling in zowel de raadpleging die zou leiden tot het vastleggen van de glorievolle Tenhemelopneming van de Heilige Maagd Maria, als in het hervinden en bevestigen van de leer van de sensus fidei tijdens het Tweede Vaticaans Concilie.