Zenon Kardinaal Grocholewski - 28 oktober 2013
In het algemeen presenteert religie zichzelf als het betekenisvol antwoord op de fundamentele vragen die worden gesteld door mannen en vrouwen: “Mensen verwachten van de verschillende religies antwoorden op de onopgeloste raadsels van de menselijke bestaansconditie, die vandaag, net zoals in vroegere tijden, de harten van de mensen beroeren.” 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 1 Deze karakteristiek van religies vraagt dat ze niet enkel dialogeren onder zichzelf, maar ook met de verschillende vormen van atheïstische, of niet-religieuze, interpretaties van de menselijke persoon en geschiedenis, daar men in deze ook wordt geconfronteerd met dezelfde vragen over betekenis. Vandaag zien staten en de burgerlijke samenleving ook hoe fundamenteel de nood is aan interreligieuze dialoog – hier wordt bedoeld de ruime uitwisseling tussen individuen en gemeenschappen, elk met een verschillend standpunt. Om gemakkelijke reducties en verstoringen te vermijden in deze gevoelige materie, is het opportuun om de volgende overwegingen te benadrukken.