Zenon Kardinaal Grocholewski - 28 oktober 2013
Daarom worden interculturele relaties niet geboren uit een statisch idee van cultuur, maar uit een idee van de openheid ervan. Het is bovenal de potentiële universaliteit van elke cultuur die de dialoog tussen culturen bewerkstelligt. Vgl. Internationale Theologische Commissie, Geloof en inculturatie, Fides et inculturatio (8 okt 1988), 15 Bijgevolg “welt de dialoog tussen culturen… op als een intrinsieke eis van de menselijke natuur zelf, alsook van cultuur… gebaseerd op de erkenning dat er waarden zijn die gemeenschappelijk zijn aan alle culturen omdat ze geworteld zijn in de natuur van de persoon… Het is noodzakelijk om het bewustzijn van de mensen voor deze gedeelde waarden te bevorderen om die intrinsieke universele ‘bodem’ te voeden die nodig is voor een constructieve en vruchtdragende dialoog.” H. Paus Johannes Paulus II, Boodschap, Wereldvredeszondag 2001, Dialoog tussen culturen voor een beschaving van liefde en vrede (8 dec 2000), 10.16 De openheid voor hogere waarden die gemeenschappelijk zijn voor het gehele mensenras – gebaseerd op waarheid en universaliteit, zoals rechtvaardigheid, vrede, de waardigheid van de menselijke persoon, openheid voor het transcendente, gewetens- en godsdienstvrijheid – impliceert een idee van cultuur als zijnde een bijdrage aan een breder bewustzijn van menselijkheid. Dit staat tegenover de tendens die bestaat in de geschiedenis van culturen om particuliere kleine wereldjes op te bouwen die gesloten en introvert zijn.