1 februari 1957
Aan de priesters die de zorg voor twee of meer parochies hebben mag de plaatselijke Ordinaris een herhaling van de liturgische plechtigheid van de vrijdag van het Lijden en de Dood des Heren toestaan, niet echter in dezelfde parochie, maar wel het tijdsbestek waarbinnen dezelfde plechtigheid volgens de boven (15) gegeven bepaling gebeurd moet zijn. Vgl. Congregatie voor de Riten, Declaratie (15 mrt 1956), 6