Paus Franciscus - 18 april 2014
God heeft heel het gewicht van onze zonden op Jezus’ kruis gelegd, alle ongerechtigheden van elke Kaïn tegen zijn broeder, heel de bitterheid van het verraad van Judas en Petrus, al de ijdelheid van de machtigen, al de arrogantie van de valse vrienden. Een zwaar kruis, zwaar als de nacht van verlaten mensen, zwaar als de dood van dierbaren, zwaar door al het geweld van het kwaad. En toch is het ook een kruis, gelukzalig als de morgenstond na een lange nacht, omdat het heel de liefde van God vertegenwoordigt die groter is dan onze ongerechtigheid en ons verraad. Op het kruis zien wij de wanstaltigheid van de mens wanneer hij zich door het kwaad laat meeslepen, maar ook de onmetelijkheid van Gods barmhartigheid die ons niet behandelt overeenkomstig onze zonden maar volgens Zijn barmhartigheid.
Ten overstaan van Jezus’ kruis begrijpen wij goed hoezeer wij tot het uiterste bemind worden; ten overstaan van het kruis voelen wij ons “kinderen”, geen “ dingen” of “objecten”, zoals de heilige Gregorius van Nazianze in dit gebed tot Christus zegt:
“Als Gij niet bestond, o mijn Christus, zou ik mij een beperkt schepsel voelen.
Ik ben geboren en voel mij verdwijnen.
Ik eet, slaap, rust en stap, ik ben ziek en ik genees.
Dorst en kwelling overvallen mij zonder ophouden, ik geniet van de zon en van al wat de aarde voortbrengt.
Daarna sterf ik en mijn vlees wordt stof zoals dat van dieren, die niet gezondigd hebben.
Maar ik, wat heb ik meer dan zij?
Niets, tenzij God.
Als Gij niet bestond, o mijn Christus, zou ik mij een beperkt schepsel voelen.
O onze Jezus, leid ons van het kruis naar de verrijzenis en leer ons dat het kwaad niet het laatste woord zal hebben, maar de liefde, de barmhartigheid en de vergeving.
O Christus, help ons opnieuw uit te roepen:
'Gisteren was ik gekruisigd, vandaag ben ik met Hem verheerlijkt.
Gisteren was ik dood met Hem, vandaag leef ik met hem.
Gisteren was ik met Hem begraven, vandaag met Hem verrezen.'”
Denken wij tenslotte aan alle zieken, aan alle mensen overgeleverd aan het gewicht van het kruis, opdat zij in de beproeving van het kruis de kracht van de hoop vinden, de hoop van de verrijzenis en van de liefde van God.