
H. Paus Paulus VI - 9 februari 1976
Er mag voorzeker niet getwijfeld worden aan het belang dat het Concilie hechtte aan de echtelijke liefde, dat het de volmaakte situatie en het einddoel van het huwelijk noemt, waardoor de echtgenoten er aan herinnerd worden om blijvend hun gemeenschappelijk leven te leiden. Wat wij echter van het hoogste belang achten hier nogmaals in het licht te stellen, is het volgende: de christelijke leer van het gezin kan, zoals u wel weet, geenszins een opvatting van de echtelijke liefde delen die ertoe leidt de kracht en de betekenis van dat welbekende beginsel te verlaten of te verminderen: het huwelijk komt tot stand door de consensus van de partijen. Dit beginsel is van het grootste belang in de gehele traditie van de canonieke en theologische leer, en hetzelfde beginsel is dikwijls door het leergezag van de Kerk voorgehouden als een van de voornaamste peilers waarop het natuurrecht over de huwelijksinstelling en de evangelische voorschriften steunen. Vgl. Mt. 19, 5-6 Vgl. Paus Nicolaas I, Antwoorden aan de Bulgaren, Ad consulta vestra bulgarorum (13 nov 866), 1. DH 643 Vgl. Paus Alexander III, Brief, Aan de Aartsbisschop van Salerno (fragment), Verum post (22 mrt 1179), 2. DH 756 Vgl. Paus Paulus III, Bul, Altitudo divini consilii (1 juni 1537). DH 1497 Vgl. Concilie van Trente, 24e Zitting - Decreet "Tametsi" - Canones over een hervorming van het Huwelijk, Sessio XXIV - De clandestinitate matrimonium irritante (11 nov 1563), 1. DH 1813 Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over het Christelijk huwelijk, met inachtneming der in gezin en maatschappij heersende toestanden, noden, dwalingen en misbruiken, Casti Connubii (31 dec 1930), 8.49.50. DH 3701, 3713.