Paus Franciscus - 24 februari 2019
Dierbare broeders en zusters,
ik dank de Heer die ons deze dagen begeleid heeft, en ieder van u voor de Kerkelijke geest en het concreet engagement waarvan u met zo veel edelmoedigheid heeft blijk gegeven.
Onze werkzaamheden hebben ons ertoe geleid, nog maar eens de omvang te erkennen van de plaag van seksueel misbruik van minderjarigen, een fenomeen dat historisch helaas verspreid is in alle culturen en samenlevingen. Het werd pas in betrekkelijk recente tijden het voorwerp van systematisch onderzoek, dank zij een veranderde gevoeligheid van de publieke opinie voor een probleem dat in het verleden als taboe beschouwd werd, wat betekent dat iedereen het bestaan ervan kende maar dat niemand erover sprak. Dat herinnert mij tevens aan de wrede godsdienstige praktijk die in het verleden in bepaalde culturen verspreid was, en erin bestond mensen – vooral kinderen – te offeren in heidense riten. Toch tonen de statistieken van seksueel misbruik van minderjarigen, waarover men vandaag beschikt, en die opgemaakt zijn door verschillende nationale en internationale organisaties en organismen (Wereldgezondheidsorganisatie - WGO, Unicef, Interpol, Europol en andere) niet de ware omvang van het fenomeen, dat dikwijls onderschat wordt omdat vele gevallen van seksueel misbruik van minderjarigen niet gemeld (1) worden, vooral en in groten getale, wanneer het in familiekring gebeurt.
Het gebeurt namelijk zelden, dat slachtoffers erover spreken en hulp zoeken (2). Achter deze terughoudendheid, kan schaamte liggen, verwarring, angst voor wraak, schuldgevoel, wantrouwen tegenover instituten, culturele en sociale conditionering, maar ook gebrek aan informatie over diensten en structuren die hulp kunnen bieden. Angst leidt helaas tot verbittering, zelfs tot zelfmoord, of soms tot wraak door hetzelfde te doen. Het enige dat zeker is, is dat miljoenen kinderen ter wereld het slachtoffer zijn van uitbuiting en seksueel misbruik. Het zou belangrijk zijn de cijfers te vermelden – die volgens mij altijd ten dele zijn – op wereldniveau (3), Europees, Aziatisch, Amerikaans, Afrikaans niveau en dat van Oceanië, om een overzicht te geven van de omvang en diepgang van deze plaag in onze samenlevingen (4). Om nutteloze discussies te vermijden, zou ik vooreerst willen benadrukken dat de vermelding van bepaalde landen, als enige bedoeling heeft statistische gegevens uit de hierboven genoemde Rapporten te citeren.
De eerste waarheid die uit de beschikbare gegevens opduikt is dat degene die misbruik pleegt, die met andere woorden geweld pleegt (fysiek, seksueel of emotioneel), vooral ouders zijn, de naaste familie, de echtgenoot van een minderjarige echtgenote, trainers en opvoeders. Volgens gegevens van 28 landen ter wereld, die Unicef geeft voor het jaar 2017, verklaren bovendien 9 op 10 meisjes die tot seksuele betrekkingen gedwongen werden, dat zij het slachtoffer waren van een bekende of verwante uit hun familie.
Volgens officiële cijfers van de Amerikaanse regering, zijn meer dan 700.000 kinderen in de Verenigde Staten, jaarlijks het slachtoffer van geweld en mishandeling, en volgens het International Center For Missing and Exploited Children (ICMEC) ondergaat 1 kind op 10 seksueel misbruik. In Europa zijn 18 miljoen kinderen het slachtoffer van seksueel misbruik (5).
Als wij het voorbeeld van Italië nemen, onderlijnt het rapport van “Blauwe Telefoon” dat in het jaar 2016, 68,9% van het seksueel misbruik gebeurt in het gezin van de minderjarige (6).
Het schouwtoneel van geweldpleging is niet alleen de familie, maar ook de wijk, de school, de sport (7) en helaas ook de Kerk.
Studies van de laatste jaren over het fenomeen van seksueel misbruik van minderjarigen, tonen eveneens dat de ontwikkeling van web en communicatiemedia heeft bijgedragen tot een aanzienlijke toename van het aantal gevallen van misbruik en geweldpleging on line. De verspreiding van pornografie via netwerken gaat heel snel de wereld door. De plaag van pornografie heeft angstaanjagende effecten op de psyche en de relaties tussen man en vrouw, evenals tussen hen en hun kinderen. Het is een fenomeen dat voortdurend uitbreiding neemt. Het is bedroevend dat een heel belangrijk deel van de productie van pornografie, minderjarigen tot voorwerp heeft, wat hen zwaar schaadt in hun waardigheid. Studies op dit vlak beschrijven dat dit gebeurt op manieren die steeds gruwelijker en gewelddadiger zijn; het misbruik van minderjarigen, dat rechtstreeks via het net gesponsord en gevolgd wordt, gaat tot het uiterste (8).
Ik herinner hier aan het internationaal Congres dat in Rome plaatshad over De Waardigheid van het Kind in het Digitaal Tijdperk; evenals aan het eerste Forum van het Interreligieus Verbond voor de Gemeenschappen, dat over dit thema plaatshad in november laatstleden in Abou Dhabi.
Een andere plaag is seksueel toerisme: volgens gegevens van de Wereldorganisatie van Toerisme voor 2017, ondernemen jaarlijks drie miljoen mensen ter wereld een reis voor seksuele betrekkingen met een minderjarige (9). Het is veelzeggend, dat de daders van dergelijke misdaden, in de meeste gevallen niet erkennen dat hetgeen zij doen, een misdaad is.
Wij staan dus tegenover een universeel en transversaal probleem, dat helaas bijna overal bestaat. Wij moeten duidelijk zijn: de universaliteit van deze plaag, waarvan de omvang zich nu in onze samenlevingen bevestigd ziet (10), maakt haar niet minder afschuwelijk in de Kerk. De onmenselijkheid van het fenomeen op wereldvlak wordt nog erger en is nog een grotere ergernis in de Kerk, omdat het in tegenspraak is met haar moreel gezag en ethische geloofwaardigheid. Een Godgewijde persoon, door God gekozen om aan zielen heil te brengen, en die zich laat beheersen door zijn menselijke zwakheid of ziekte, wordt op die manier een instrument van satan.
In misbruik zien wij de hand van het kwaad, die zelfs de onschuld van kinderen niet spaart. Er is geen afdoende verklaring voor dit misbruik van kinderen. Nederig en moedig moeten wij erkennen dat wij voor het mysterie van het kwaad staan, dat zich tegen de zwaksten keert omdat zij het beeld zijn van Jezus. Daarom is in deze tijden, in de Kerk het besef gegroeid dat niet alleen moet geprobeerd worden zeer zwaar misbruik uit te roeien door disciplinaire maatregelen en burgerlijke en canonieke procedures, maar dat ook het fenomeen resoluut moet aangepakt worden zowel in als buiten de Kerk. Zij voelt zich geroepen dit kwaad te bestrijden, dat de kern van haar zending aantast: het Evangelie verkondigen aan de kleinen en hen beschermen tegen vraatzuchtige wolven.
Ik zou hier opnieuw en duidelijk willen bevestigen: als men in de Kerk zelfs ook maar één geval van misbruik ontdekt – wat op zich reeds een gruwel is – zal dit met de grootste ernst behandeld worden. De Kerk ziet in de gewettigde woede van mensen, namelijk een weerkaatsing van de woede van God, die verraden en geslagen wordt door oneerlijke Godgewijden. De echo van de stille schreeuw van de kleinen, die in de plaats van een vader en geestelijk leider, een beul in hen vinden, zal de harten doen beven die verdoofd zijn door hypocrisie en macht. Wij hebben de plicht aandachtig te luisteren naar deze verstikte stille schreeuw.
Het is dus moeilijk het fenomeen van seksueel misbruik van minderjarigen te begrijpen, zonder de macht onder ogen te zien, aangezien het altijd het gevolg is van machtsmisbruik, de uitbuiting van de ondergeschikte positie van degene die misbruikt wordt en weerloos is, wat de manipulatie van zijn geweten en psychologische en fysische zwakheid mogelijk maakt. Machtsmisbruik bestaat ook in andere vormen van misbruik, waarvan bijna 85 miljoen kinderen het slachtoffer zijn, die door iedereen vergeten worden: kindsoldaten, minderjarige prostituees, ondervoede kinderen, ontvoerde kinderen - die dikwijls het slachtoffer worden van de weerzinwekkende handel in menselijke organen of die tot slaaf gemaakt worden, de kinderen onder de oorlogsslachtoffers en vluchtelingen, geaborteerde kinderen, en zo verder.
Voor zoveel wreedheid, zoveel afgodenoffers van kinderen aan de god van de macht, van geld, hoogmoed en arrogantie, volstaan empirische verklaringen niet; zij kunnen de omvang en diepgang van dit drama niet begrijpelijk maken. Ook hier toont de positivistische hermeneutiek haar grenzen. De uitleg die zij geeft, zal ons helpen de nodige maatregelen te nemen, maar zij kan ons geen verklaring geven. En wij, wij hebben vandaag verklaringen nodig en zingeving. Uitleg zal veel helpen op operationeel vlak, maar dat laat ons halverwege staan.
Wat zou dan de existentiële “betekenis” van dit crimineel fenomeen zijn? Rekening houdend met zijn omvang en diepgang, is het vandaag slechts de actuele manifestatie van de geest van het kwaad. Zonder deze dimensie voor ogen te houden, zullen wij ver van de waarheid blijven en zonder echte oplossingen. Broeders en zusters, wij staan vandaag tegenover een manifestatie van het kwaad, die flagrant, agressief en destructief is. Achter en in dat alles, is er de geest van het kwaad die zich in zijn hoogmoed en arrogantie meester van de wereld voelt (11) en denkt gewonnen te hebben. En dit zou ik u willen zeggen met de autoriteit van een broer en vader, hoe klein ook, maar die herder is van de Kerk die voorgaat in liefde: in deze pijnlijke gevallen, zie ik de hand van het kwaad die zelfs de onschuld van de kleinen niet spaart. En dit brengt mij ertoe te denken aan het voorbeeld van Herodes die, gedreven door angst zijn macht te verliezen, het bevel gaf alle kinderen van Betlehem te vermoorden (12). Daar zit satan achter. En zoals wij alle praktische maatregelen moeten nemen die het gezond verstand, de wetenschap en de samenleving ons bieden, zo mogen wij ook deze realiteit niet uit het oog verliezen en moeten wij de spirituele maatregelen nemen die de Heer zelf ons leert: vernedering, zelfbeschuldiging, gebed, boete. Dat is het enige middel om de geest van het kwaad te overwinnen. Zo heeft Jezus hem overwonnen (13).
Het doel van de Kerk zal dus zijn te luisteren naar misbruikte, uitgebuite en vergeten minderjarigen, waar ook, om hen te verdedigen, te beschermen en zorg voor hen te dragen. Om dit doel te bereiken, moet de Kerk ook boven iedere ideologische polemiek en journalistenpolitiek staan die de drama’s van de kleinen om uiteenlopende redenen dikwijls zelfs instrumentaliseren.
Het uur is gekomen voor samenwerking om deze brutaliteit uit het geheel van de mensheid te wissen, en de nodige maatregelen toe te passen die op internationaal en Kerkelijk niveau reeds van kracht zijn. Het uur is gekomen om het juiste evenwicht te vinden tussen al de waarden die op het spel staan en uniforme richtlijnen voor de Kerk, waarbij twee extremen van rechtspraak moeten vermeden worden, ofwel veroorzaakt door de aard van de fout omwille van dwalingen in het verleden en de druk van de media, ofwel door een zelfverdediging die niet de oorzaken en gevolgen van deze zware misdrijven onder ogen neemt.
In deze context, wens ik de Best Practices te vermelden, die onder de bescherming van de Wereldgezondheidsorganisatie (14) geformuleerd werden door een groepering van tien internationale agentschappen die een geheel van maatregelen ontwikkeld en goedgekeurd hebben – INSPIRE genoemd –, met andere woorden zeven strategieën om een einde te maken aan geweldpleging op kinderen (15).
De Kerk zal zich op haar legislatieve weg op deze richtlijnen beroepen en zich ook, dank zij het gedane werk van de laatste jaren door de Pauselijke Commissie voor de Bescherming van Minderjarigen en de bijdragen van deze bijeenkomst, op volgende dimensies concentreren:
Sta mij toe mijn grote dank te betuigen aan alle priesters en Godgewijden die de Heer trouw en totaal dienen en zich onteerd en gediscrediteerd voelen door het beschamend gedrag van enkelen van hun confraters. Wij dragen allemaal – de Kerk, de Godgewijden, het volk Gods, ook God zelf – de gevolgen van hun ontrouw. Ik dank in naam van heel de Kerk, de zeer grote meerderheid van priesters die niet alleen trouw zijn aan hun celibaat maar zich ook geven in een ambt dat vandaag nog moeilijker geworden is door de schandalen die een klein aantal (doch altijd te veel) van hun confraters hebben veroorzaakt. En tevens dank aan de gelovigen die hun goede herders goed kennen, die voor hen blijven bidden en hen steunen.
Tenslotte zou ik het belang willen onderlijnen van de noodzaak om van dit kwaad een gelegenheid tot zuivering te maken. Kijken wij naar de figuur van Edith Stein – de heilige Theresia Benedicta van het Kruis – zij was zeker dat “in de donkerste nacht de grootste profeten en grootste heiligen verschijnen. Doch de levengevende stroom van het mystieke leven blijft onzichtbaar. Het is zeker dat de doorslaggevende gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis wezenlijk beïnvloed werden door zielen over wie niets in de geschiedenisboeken staat. En wie zijn de zielen die wij zouden moeten danken voor de doorslaggevende gebeurtenissen van ons persoonlijk leven? Dat zullen wij pas weten op de dag waarop al wat verborgen is, geopenbaard zal worden”. Het heilig volk dat trouw is aan God, blijft in zijn dagelijkse stilte, onder vele vormen en heel wat manieren, met onverzettelijke hoopzichtbaar maken en getuigen, dat de Heer de constante toewijding van Zijn kinderen – dikwijls in situaties van lijden - niet in de steek laat en steunt. Het heilig en geduldig volk van Godgetrouwen, ondersteund en verlevendigd door de Heilige Geest, is het beste gelaat van de profetische Kerk die de Heer in het centrum weet te plaatsen door zich elke dag te geven. Het zal precies dit heilig volk van God zijn dat ons zal bevrijden van de plaag van klerikalisme, een vruchtbare bodem voor al die afgrijselijke daden.
Het beste resultaat en de meest efficiënte beslissing die wij aan de slachtoffers kunnen bieden, aan het volk van de Heilige Moeder de Kerk en de hele wereld, is het engagement voor een persoonlijke en collectieve bekering, de nederigheid om te leren, naar de meest kwetsbaren te luisteren, hen bij te staan en te beschermen.
Ik doe een dringende oproep voor de strijd op alle niveaus tegen misbruik van minderjarigen – zowel op seksueel als andere vlakken – zowel door autoriteiten als enkelingen, omdat het om afschuwelijke misdaden gaat die van het aardoppervlak moeten verdwijnen. Veel verborgen slachtoffers in gezinnen en verschillende middens van onze samenlevingen, vragen het.
________________
{1} Cf. Maria Isabel Martinez Perez, Abusos sexuales en niños y adolescentes, Ed. Criminología y Justicia, 2012 : slechts 2% van de gevallen wordt aangeklaagd, vooral wanneer misbruik in gezinsverband gebeurt. Men schat 15 à 20% slachtoffers van pedofielen in onze samenleving. Slechts 50% van de kinderen maken het misbruik dat zij ondergingen, bekend en in die gevallen wordt slechts 15% aangeklaagd. En slechts 5% wordt uiteindelijk gevonnist.
{2} 1 op 3 gevallen spreekt er met niemand over (gegevens van 2017, verzameld door de non-profit organisatie THORN).
{3} Wereldniveau: de WGO schat dat in 2017 een miljard minderjarigen tussen 2 en 17 jaar geweld onderging of psychische, emotionele of seksuele verwaarlozing. Seksueel misbruik (aanrakingen of verkrachting) treft volgens bepaalde schattingen van Unicef in 2014, meer dan 120 miljoen kleine meisjes, onder wie het grootste aantal slachtoffers vastgesteld wordt. In 2017 wijst dezelfde WGO erop dat in 38 landen van de wereld, met een klein en gemiddeld inkomen, bijna 37 miljoen volwassen vrouwen erkennen dat zij in hun kindertijd tot seksuele betrekkingen gedwongen werden.
Europa: de WGO schat dat in 2013 meer dan 18 miljoen kinderen het slachtoffer van misbruik werden. Volgens Unicef verklaarden in 28 Europese landen ongeveer 2,5 miljoen jonge vrouwen seksueel misbruikt te zijn met of zonder lichamelijk contact voor hun 15e jaar (gegevens verspreid in 2017). Bovendien, werden 44 miljoen jonge vrouwen (komt overeen met 22,9%) het slachtoffer van lichamelijk geweld, en 55 miljoen (29,6%) van psychisch geweld. En dat niet alleen: in 2017 leidde het Interpol Rapport over seksuele uitbuiting van minderjarigen tot identificatie van 14.289 slachtoffers in 54 Europese landen. Wat Italië betreft in 2017, schat CESVI dat 6 miljoen kinderen mishandeld werden. Daarnaast, werden volgens gegevens van de “Blauwe Telefoon”, in 2017, 98 gevallen van seksueel misbruik en pedofilie vastgesteld door Service 114 Urgence Enfance, wat overeenstemt met 7,5% van het totaal aantal vastgestelde gevallen. 65% van de minderjarigen die hulp vragen, zijn slachtoffers van het vrouwelijk geslacht en 40% van hen waren jonger dan 11 jaar.
Azië: in Indië in het decennium 2001-2011, stelt Asian Center for Human Rights een totaal vast van 48.338 slachtoffers van verkrachting van minderjarigen, met een stijging van 336%: van 2.113 gevallen in 2001 naar 7.112 gevallen in 2011.
Amerika: in de Verenigde Staten bemerken de officiële gegevens van de regering dat meer dan 700.000 kinderen jaarlijks het slachtoffer zijn van geweld en mishandeling. Volgens het International Center for Missing and Exploited Children (ICMEC) ondergaat 1 kind op 10 seksueel misbruik.
Afrika: in Zuid-Afrika tonen gegevens van een onderzoek geleid door het Centrum voor Rechtvaardigheid en Preventie van Misdaden aan de Universiteit van Kaapstad, dat in 2016, 1 jonge Zuid-Afrikaan op 3, mannelijk of vrouwelijk, bedreigd wordt met seksueel geweld voor zij de leeftijd van 17 jaar bereikt hebben. Volgens de studie, de eerste in haar soort op nationaal niveau in Zuid-Afrika, ondergingen 784.967 jongeren tussen 15 en 17 jaar seksueel misbruik. De slachtoffers zijn in dit geval hoofdzakelijk kleine jongens. Zelfs geen derde van hen heeft de geweldpleging aan de autoriteiten gemeld.
In andere Afrikaanse landen, behoort seksueel misbruik op minderjarigen tot een ruimere context van geweldpleging die te maken heeft met bloedige conflicten op het vasteland en het is moeilijk te tellen. Het fenomeen is ook nauw verbonden met de praktijk van vroegtijdige huwelijken die in verschillende Afrikaanse landen, maar niet alleen daar, verspreid zijn.
Oceanië: volgens gegevens van het Australian Institute of Health and Welfare (AIHW), in februari 2018, betreffende de jaren 2015-2017, signaleert 1 vrouw op 6 in Australië (16%, m.a.w. 1,5 miljoen) lichamelijk en/of seksueel misbruik ondergaan te hebben voor hun 15e, en 1 man op 9 (11%, m.a.w. 992.000) zeggen dit misbruik ervaren te hebben toen zij jong waren. In 2015-2016 waren bovendien ongeveer 450.000 kinderen het voorwerp van maatregelen ter bescherming van kinderen en 55.600 minderjarigen werden uit het gezin weggenomen voor verzorging van het geleden misbruik en om ander misbruik te vermijden. Tenslotte, niet te vergeten zijn de risico’s voor minderjarige inboorlingen: nog steeds volgens AIHW hadden inheemse kinderen in 2015-2016, 7 keer meer kans het voorwerp te zijn van misbruik of verwaarlozing ten overstaan van hun niet inheemse kameraadjes. (cf. http://www.pbc2019.org/it/protezione-dei-minori/abuso-dei-minori-a-livello-globale).
{4} De vermelde gegevens verwijzen naar een steekproef van landen, gekozen op grond van de betrouwbare en beschikbare bronnen. Onderzoek door Unicef in 30 landen bevestigt dit feit: een klein percentage van slachtoffers bevestigt hulp gevraagd te hebben.
{6} De veronderstelde verantwoordelijke voor het leed dat een minderjarige ondergaat is in 73,7% van de gevallen een ouder (de moeder in 44,2% en de vader in 29,5% van de gevallen), een verwante in 3,3% van de gevallen, een vriend in 3,2%, een kennis in 3%, een onderwijzer in 2,5% van de gevallen. De gegevens belichten het feit dat de verantwoordelijke in een klein % van de gevallen (2,2%), een externe volwassene is. (cf ibid.)
{7} Een Engelse studie uit 2011 door de National Society for the Prevention of Cruelty to Children wijst erop dat 29% van de ondervraagde personen melden dat zij ongewenste intimiteiten (fysiek en verbaal) ondergingen in sportcentra.
{8} Volgens gegevens van 2017 van de Internet Watch Foundation, stuurt elke 7 minuten een webpagina beelden van kinderen die seksueel misbruikt worden. In 2017 werden 78.589 URL geïdentificeerd met beelden van seksueel misbruik, vooral in Nederland, gevolgd door de Verenigde Staten, Canada, Frankrijk en Rusland. 55% van de slachtoffers zijn jonger dan 10 jaar, 86% zijn meisjes, 7% jongens, 5% zijn beiden.
{9} De frequentste bestemmingen zijn Brazilië, de Dominicaanse Republiek, Colombia, naast Thailand en Cambodja. Hierbij komen enkele landen in Afrika en Oost-Europa. De 6 eerste landen vanwaar pedofielen komen, zijn daarentegen Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, China, Japan en Italië. Niet te veronachtzamen is het toenemend aantal vrouwen, dat in ontwikkelingslanden reist op zoek naar betaalde seks met minderjarigen: in totaal 10% van het seksueel toerisme ter wereld. Volgens een studie van ECPAT International (End Child Prostitution in Asian Tourism) tussen 2015 en 2016, was 35% van pedofiele sekstoeristen de gewone klanten en 65% gelegenheidsklanten.
(cf. https://www.osservatoriodiritti.il/2018/03/27/turismo-sessuale-minorile-nel-mondo-italiaecpat)
{10} “Indien deze zeer zware plaag sommige gewijde bedienaars aangetast heeft, stelt men zich de vraag hoe diep zij in onze samenlevingen en gezinnen leeft.” (Toespraak tot de Romeinse Curie, 21 december 2018)
{11} Cf. R.H. Benson, The Lord of the World, Dodd, Mead and Company, London 1907.
{12} « Quare times, Herodes, qui audis Regem natum ? Non venit ille ut te excludat, sed ut diabolum vincat. Sed tu haec non intelligens turbaris et saevis ; et ut perdas unum quem quaeris, per tot infantium mortes efficeris crudelis {…} Necas parvulos corpore quia te necat timor in corde » (S. Quadvultdeus, Sermo 2 de Symbolo : PL 40, 655).
{13} « Quemadmodum enim ille, effuso in scientiae lignum veneno suo, naturam gusto corruperat, sic et ipse dominicam carnem vorandam presumens, Deitatis in ea virtute, corruptus interitusque sublatus est » (Maximus Confessor, Centuria 1, 8-13 : PG, 1182-1186).
{14} (CDC : United States Centers for Disease Control and Prevention ; CRC : Convention on the Rights of the Child ; End Violence Against Children : The Global Partnership ; PAHO : Pan American Health Organization ; PEPFAR : President’s Emergency Program for AIDS Relief ; TfG : Together for Girls; Unicef: United Nations Children’s Fund; UNODC: United Nations Office on Drugs and Crime; USAID: United States Agency for International Development; WHO: World Health Organization).
{15} Iedere letter van het woord INSPIRE vertegenwoordigt een strategie en het merendeel toont aan preventief te hebben gewerkt tegen verschillende types van geweld, naast de weldadige effecten in domeinen zoals mentale gezondheid, opvoeding en beperking van criminaliteit. De 7 strategieën zijn de volgende:
Implementation and enforcement of laws : het in werking treden en toepassen van wetten (bv. verbod op gewelddadige disciplines; alcoholgebruik en gebruik van vuurwapens beperken);
Norms and values : normen en waarden die moeten veranderd worden (bv. verontschuldigen van seksueel misbruik op meisjes of agressief gedrag onder jongens);
Safe environments : veilige middens (bv. koortshaarden van geweld identificeren in wijken en de locale oorzaken ervan aanpakken door een politiek die de problemen oplost, en andere manieren van optreden);
Parent and caregiver support : steun aan ouders en zorgverleners (bv. vorming geven aan ouders ten behoeve van de jongeren; en aan nieuwe ouders);
Income and economic strengthening : inkomensverhoging en economische ondersteuning (zoals microkrediet en vorming in de gelijkheid van de geslachten);
Response and support services : diensten die antwoord geven en steun (bv. waarborgen dat de kinderen die blootgesteld zijn aan geweld, toegang hebben tot efficiënte spoedverzorging en aangepaste psycho-sociale ondersteuning);
Education and life skills : instructie en vaardigheid in het leven (bv. waarborgen dat kinderen naar school gaan en sociale competenties aanbieden).
{16} Cf. Slotdocument van het 6e Wereldcongres over Toerismepastoraal, 27 juli 2004.
vert. Maranatha-gemeenschap