Angelo Kard. Amato s.d.b. - 28 juni 2012
Vir fidelis multum laudabitur (Spr. 28, 20). Deze woorden uit de Heilige Schrift geven de meest kenmerkende deugd van bisschop Álvaro del Portillo weer: trouw. Onbetwistbare trouw, bovenal aan God, bij het onmiddellijk en onbaatzuchtig uitvoeren van Zijn wil; trouw aan de Kerk en aan de paus; trouw aan het priesterschap; trouw aan zijn christelijke roeping, op ieder moment en in elke omstandigheid van het leven.
"Het werk heiligen, zichzelf heiligen in het werk, anderen heiligen door het werk": dit is wel de meest nauwkeurige beschrijving van de bijzonder intensieve activiteiten die de Dienaar Gods ontplooide, eerst als ingenieur, later bij zijn werk als priester en uiteindelijk als bisschop. Bij alles wat hij op zich nam zette hij zich volledig in, overtuigd dat iedere taak een instrument vormde waarmee hij kon bijdragen aan de heilzame missie van de Kerk.
Ook de Heilige Stoel vertrouwde hem een groot aantal taken toe: tijdens het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie was hij secretaris van de Commissie De disciplina cleri et populi christiani, die verantwoordelijk was voor het Decreet 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Presbyterorum Ordinis
Over het leven en dienst van de priester
(7 december 1965), en peritus van de commissies De Episcopis et dimcesium regimine en De religiosis. Verder was hij consultor van de Heilige Congregatie van het Concilie, censor van de Hoogste Congregatie van het Heilig Officie en consultor van de Pauselijke Commissie voor de Herziening van het Kerkelijk Wetboek. Ook was hij rechter bij het tribunaal van de Congregatie voor de Geloofsleer en consultor van diezelfde Congregatie. Tevens was hij secretaris van de Commissie voor Seculiere Instituten bij de Heilige Congregatie voor de Religieuzen, consultor van de Congregatie van de Clerus, consultor van de Pauselijke Raad voor Sociale Communicatie en consultor van de Congregatie voor Heiligverklaringen.
Op 15 september 1975 werd hij gekozen als eerste opvolger van de heilige Jozefmaria aan het hoofd van het Opus Dei. De essentie van zijn beleid was dat hij het onderricht van de Stichter blijvend in praktijk wilde brengen. Hij stelde alles in het werk om een speciaal door de heilige Jozefmaria voorbereid doel te bereiken: een kerkelijke structuur die paste bij het stichtingscharisma van het Opus Dei.
Dit werd werkelijkheid op 28 november 1982, toen de zalige Johannes Paulus II het Opus Dei als personele prelatuur oprichtte en Álvaro del Portillo tot prelaat benoemde. Op 6 januari 1991 werd hij door de Paus tot bisschop gewijd. In de vroege ochtend van 23 maart 1994, slechts enkele uren na zijn thuiskomst van een pelgrimsreis naar het Heilig Land, riep de Heer hem tot Zich. Diezelfde dag ging de zalige Johannes Paulus II bidden bij het lichaam van de Dienaar Gods. Na in stilte gebeden te hebben hief hij het Salve Regina aan.
De werkzaamheden van Álvaro del Portillo in het bestuur van het Opus Dei kenmerkten zich ook door zijn pastorale ijver, gericht op de uitbreiding van de apostolische activiteiten van de gelovigen van de prelatuur ten dienste van de Kerk. Gedurende de 19 jaar waarin hij het Werk geleid heeft, zijn in 20 landen/blijvende apostolaatsactiviteiten opgezet.
Blijk van zijn zorg voor de mensen zijn de vele reizen die hij maakte naar de landen waar het Opus Dei aanwezig was, met als doel de gelovigen van de prelatuur en vele andere christenen uit alle lagen van de bevolking te sterken in hun geestelijk leven en bij hun apostolaat. Bij het verder ontwikkelen van dit elan tot evangelisatie zorgde hij er altijd voor dat de apostolische activiteiten van de prelatuur gerealiseerd werden in dienst van de verschillende bisdommen. Aan het belang dat hij hechtte aan leerstellige vorming van priesters is de oprichting van de Pauselijke Universiteit van het Heilig Kruis in Rome te danken, waarvoor de heilige Jozefmaria de eerste aanzet gegeven had. Álvaro del Portillo heeft bijzondere werken gepubliceerd over juridische, theologische en spirituele onderwerpen, waaronder: Fieles y laicos en la Iglesia (Gelovigen en leken in de Kerk), Consagración y misión del sacerdote (Toewijding en missie van de priester), Una vida para Dios. Refiexiones en tomo a la figura de losemaria Escrivá de Balaguer (Een leven voor God, bespiegelingen rondom de persoon Jozefmaria Escrivá de Balaguer) en Entrevista sobre el fundador del Opus Dei (Vraaggesprek over de Stichter van het Opus Dei). De toewijding van de Dienaar Gods bij het vervullen van zijn taken kwam voort uit een diepgaand bewustzijn van zijn goddelijk kindschap. Hierdoor zocht hij naar vereenzelviging met Christus en gaf zich vol vertrouwen over aan de wil van de Vader, vol liefde voor de Heilige Geest, voortdurend in gebed verzonken, gesterkt door de Eucharistie en door een liefdevolle devotie tot de Heilige Maagd Maria.
Hij gaf blijk van heldhaftigheid door de manier waarop hij omging met ziektes -waarin hij het kruis van Christus zag-, gedurende zijn verblijf in de gevangenis tijdens de godsdienstvervolging in Spanje (1936-1939) en tijdens de aanvallen die hij te verduren kreeg wegens zijn trouw aan de Kerk. Hij was een intens goed en hartelijk man, die gemoedsrust en vrede wist over te brengen. Niemand herinnert zich een minder vriendelijk gebaar van zijn kant, de geringste blijk van ergernis bij tegenslag, een woord van kritiek of protest als er een probleem was. Van de Heer had hij geleerd te vergeven en te bidden voor zijn vervolgers, en als priester klaar te staan voor iedereen, met open armen, een vriendelijke glimlach en christelijk begrip. Zijn liefde voor de Kerk bleek uit zijn diepe verbondenheid met de Paus en de bisschoppen: hij was een zeer trouwe zoon van de Paus, volledig toegewijd aan diens persoon en onderricht. Zijn intense zorg voor de gelovigen van het Opus Dei, zijn nederigheid, zijn wijsheid en moed, zijn vreugde en eenvoud, zijn onbaatzuchtigheid en zijn vurige verlangen om zielen naar Christus te leiden -dat tot uiting komt in zijn bisschoppelijke wapenspreuk Regnare Christum volumus!- zijn aspecten die samen het beeld van een herder geven.
Over het leven, deugden en de faam van heiligheid van de Dienaar Gods zijn tussen 2004 en 2008 twee afzonderlijke procedures gevoerd, bij de rechtbank van het Vicariaat van Rome en bij de rechtbank van de prelatuur van het Opus Dei, en hebben 8 processen van getuigenverhoren plaatsgevonden in bisdommen in Europa, Noord-Amerika, Zuid-Amerika en Australië. Het Congres van Theologische Consultoren heeft op 10 februari 2012 unaniem positief gereageerd op de vraag inzake de heldhaftige beoefening van de deugden en de faam van heiligheid van de Dienaar Gods. Op dezelfde wijze hebben Hunne Eminenties en Hunne Excellenties de leden van de Congregatie voor Heiligverklaringen zich uitgesproken, tijdens een gewone vergadering op 5 juni 2012, voorgezeten door mij, kardinaal Angelo Amato, met als rapporteur Zijne Eminentie kardinaal Antonio Cafiizares Llovera.
Na van ondergetekende kardinaalprefect een nauwkeurig overzicht van het hierboven uiteengezette ontvangen te hebben, heeft Paus Benedictus XVI het oordeel van de Congregatie voor Heiligverklaringen aanvaard en bekrachtigd en heden plechtig verklaard:
In deze zaak en in dit verband staat vast dat de Dienaar Gods Álvaro del Portillo y Diez de Sollano, titulair bisschop van Vita, prelaat van de personele prelatuur van het Heilig Kruis en Opus Dei, de goddelijke deugden geloof, hoop en liefde, zowel jegens God als de naaste, alsook de kardinale deugden voorzichtigheid, rechtvaardigheid, matigheid en sterkte, en de overige deugden, op heldhaftige wijze heeft beoefend, en eveneens staat zijn faam van heiligheid vast.
De heilige Vader heeft bepaald dat dit besluit openbaar gemaakt dient te worden en opgenomen moet worden in de Akten van de Congregatie voor Heiligverklaringen.
Gegeven te Rome op 28 juni 2012.
ANGELUS Card. AMATO, S.D.B.
Prefect
MARCELLUS BARTOLUCCI
Titulair aartsbisschop van Bevagna
Secretaris