
H. Paus Johannes Paulus II - 11 oktober 1984
Het Evangelie van deze Mis herinnert ons aan het bezoek van Maria na de boodschap aan het huis van Elisabet.
Latijns-Amerika is veranderd in het land van het nieuwe bezoek. Want zijn inwoners hebben Christus ontvangen, die in zekere zin werd gebracht in de schoot van Maria, van wie een van de drie karvelen van Columbus de naam droeg. En zij zijn op bijzondere wijze met Christus verbonden door Maria. Daarom is dit continent tot vandaag getuige van een bijzondere aanwezigheid van de moeder van God in het mysterie van Christus en van de Kerk. Vgl. Duitsland, Zondag van het Gezin 1987, "Draagt elkanders lasten" (18 jan 1987), 52-65 Ook uiterlijk wijzen de nieuwe evangelisatielanden op deze aanwezigheid van Maria met hun bijna tweeduizend namen van steden, dorpen en plaatsen die aan de mysteries en titels van de allerheiligste maagd herinneren.
Toen Elisabet de maagd van Nazareth begroette, sprak zij de woorden: 'Zalig zij die geloofd heeft' (Lc. 1, 45), deze woorden kunnen worden toegepast op de bewoners van uw continent: zalig gij, omdat gij hebt geloofd.
Gedurende de noveen van jaren welke wij beginnen, willen wij deze gelukkige gebeurtenis overwegen en God danken voor het geloof van de verschillende generaties die met de fakkel van Christus in hun handen en in hun hart alle landen van het Amerikaanse continent zijn doorgetrokken. En daarom blijven zij in dit geloof de bron van leven en heiligheid vinden.
Bereiden wij ons daarom voor om met Maria het Magnificat te zingen om 'de wonderwerken die Hij deed', om de grote gaven van God, die het leven van de mensen op aarde veranderden in een 'nieuw leven' in volheid; en die daarvoor het vooruitzicht op de eeuwigheid in God opent.
'Heilig is zijn naam. Barmhartig is Hij van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen' (Lc. 1, 49-50). Dit is ons lied van dankbare lof tot de Heer voor zijn blijvende barmhartigheid en dat in ons wordt tot erkenning van zijn grootheid en onze gebrekkigheid, eerbied en kinderliefde, belofte van trouw aan zijn geboden, omdat de vreze van God het begin van de wijsheid is. Vgl. Ps. 111, 10