![](skins/rkdocs1/view/images/logo.png)
Paus Franciscus - 6 januari 2014
“Lumen requirunt lumine”. Deze suggestieve uitdrukking in een liturgische hymne van de Openbaring verwijst naar de ervaring van de Wijzen: door een licht te volgen zoeken zij het Licht. De ster die aan de hemel verschijnt, ontsteekt in hun geest en in hun hart een licht dat hen in beweging zet op zoek naar het grote Licht van Christus. De Wijzen volgen trouw dat licht dat hen inwendig doordringt en ze ontmoeten de Heer.
De eerste Lezing laat, bij monde van de profeet Jesaja, de oproep van God tot Jeruzalem klinken: “Sta op, laat het licht u beschijnen” (Jes. 60, 1). Jeruzalem wordt opgeroepen de stad van het licht te zijn, die het licht van God op de wereld weerkaatst en de mensen helpt Gods wegen te bewandelen. Dat is de roeping en de zending van het volk van God in de wereld. Maar Jeruzalem kan te kort schieten tegenover deze oproep van de Heer. Het Evangelie zegt ons dat de Wijzen, toen ze in Jeruzalem aankwamen, even de ster uit het oog verloren. Ze zagen haar niet langer. Meer bepaald was haar licht afwezig in het paleis van Herodes: dat verblijf is vol schaduw, duisternis, wantrouwen, angst en afgunst heersen er. Herodes toont zich inderdaad achterdochtig en verontrust over de geboorte van een kwetsbaar kind dat hij als een rivaal ervaart. In werkelijkheid is Jezus niet gekomen om hem, arme marionet, neer te slaan, maar wel de Prins van deze wereld! Hoe dan ook, de koning en zijn raadgevers voelen de steigers van hun macht wankelen, ze vrezen dat de spelregels omgekeerd worden, de schijn ontmaskerd wordt. Heel een wereld, gebouwd op overheersing, op het succes van bezit, op corruptie, komt in crisis door een Kind! En Herodes komt er zelfs toe de kinderen te doden. “Gij doodt de kinderen naar het vlees omdat de angst je in het hart doodt” – schrijft de heilige Quodvultdeus Disc. 2 over het Credo: PL 40, 655. Zo is het: hij had angst en door deze angst is hij gek geworden.
Een aspect van het licht dat ons leidt op de weg van het geloof is ook de heilige ”sluwheid”. Ook dat is een deugd, de heilige “sluwheid”. Het gaat om die geestelijke slimheid die ons in staat stelt de gevaren te onderkennen en ze te vermijden. De Wijzen wisten van dit licht van de “sluwheid” gebruik te maken toen ze, op hun terugweg, besloten niet langs het duistere paleis van Herodes te gaan, maar langs een andere weg. Deze verstandige lieden uit het Oosten leren ons, niet in de valkuilen van de duisternis te vallen en hoe ons te verdedigen tegen het donker dat ons leven tracht te omhullen. Zij hebben met behulp van deze heilige “sluwheid” het geloof bewaard. En ook wij moeten het geloof bewaren. Het behoeden voor die duisternis. Een duisternis dikwijls verkleed als licht! Want, zoals Sint Paulus zegt, de duivel kleedt zich soms als engel van het licht. En dan is de heilige “sluwheid” nodig om het geloof te behoeden, het te behoeden voor de zangen der Meerminnen, die je zeggen: “Kijk, vandaag moeten we dit doen en dat...” Het geloof is echter een gave, een geschenk. Het is aan ons om het te bewaren bij middel van deze heilige “sluwheid”, door het gebed, door de liefde, door de naastenliefde. Het komt er op aan in ons hart tegelijk het licht van God te aanvaarden en die geestelijke sluwheid te cultiveren die eenvoud met slimheid weet te verbinden, zoals Jezus aan zijn leerlingen vraagt: “Wees dus slim als slangen en eenvoudig als duiven” (Mt. 10, 16).