Paus Pius XI - 31 december 1930
Eindelijk, de overheden en wetgevers der volken mogen niet vergeten, dat het openbaar gezag de plicht heeft, het leven van onschuldigen door daartoe geëigende wetten en strafbepalingen te verdedigen. Die plicht is des te dringender, naarmate degenen wier leven bedreigd en in gevaar is, minder in staat zijn zichzelf te verdedigen, en dat is zeker op de eerste plaats het geval bij de kinderen, die nog in de moederschoot verborgen zijn. Als de overheden deze kinderen niet alleen niet beschermen, maar ze door hun wetten overlaten, ja overleveren aan de handen van geneesheren en anderen om ze te laten doden, laten zij zich dan herinneren, dat God rechter is en wreker van het onschuldig bloed, dat van de aarde naar de hemel om wraak roept. Vgl. Gen. 4, 10