H. Paus Paulus VI - 14 december 1975
Zeer geliefde broeders, u brengt ons de blijde boodschap, dat de orthodoxe Kerken, op initiatief van het oecumenisch patriarchaat, hebben besloten een panorthodoxe commissie op te richten ter voorbereiding van de theologische dialoog met de katholieke Kerk, en daarenboven, dat ditzelfde patriarchaat van Constantinopel zijn eigen speciale commissie heeft opgericht om met de Kerk van Rome in gesprek te gaan. Wij waarderen dit initiatief ten zeerste en verzekeren u, dat wij volkomen bereid zijn van onze kant hetzelfde te doen, zodat wij de volle eenheid naderbij kunnen komen door gezamenlijk vaartgang te maken op 'een weg die verheven is boven alles' (1 Kor. 12, 31).
Wij hopen, dat deze nieuwe instrumenten dragers zullen zijn van christelijke broederschap en van kerkelijke gemeenschap en dat zij bezield zullen zijn van een oprechte liefde vaar de gehele waarheid. Wij denken hier aan datgene wat wij onze geliefde broeder Anthenagoras, eerbiedwaardiger gedachtenis, schreven: 'Op de eerste plaats moeten wij, in dienstbaarheid aan het heilig geloof, broederlijk alle moeite en zorg eraan besteden om samen geschikte en geleidelijke wegen te vinden teneinde de gemeenschap die, hoewel onvolmaakt, reeds in het leven van onze kerken aanwezig is te bevorderen en te ontwikkelen'. H. Paus Paulus VI, Brief, Aan Patriarch Athanagoras I, Oecumenisch Patriarch van Constantinopel, over het herenigen van de Kerken van Oosten en het Westen, Anno ineunte (25 juli 1967)