NORMAE DE DISPENSATIONE A SACERDOTALI COELIBATU AD INSTANTIAM PARTISProcedure bij de behandeling van dispensatie-aanvragen in het celibaat
(Soort document: Congregatie voor de Geloofsleer)
Franjo Kardinaal Seper -
14 oktober 1980
De
Congregatie voor de Geloofsleer weet zeer wel, dat zij bij het volbrengen van deze moeilijke haar door de H. Vader toevertrouwde taak, kan vertrouwen op de volle en vastberaden medewerking van alle betreffende Ordinarii. Zij verklaart zich bereid om alle hulp te bieden welke zij verlangen. Zij vertrouwt er ook ten volle op, dat de Ordinarii de gestelde normen op de juiste wijze zullen naleven. Het is de
Congregatie immers welbekend, dat zij in deze aangelegenheid met pastorale ijver hun best doen de noodzakelijke voorwaarden te scheppen om het welzijn van de Kerk en het priesterschap te kunnen dienen en het geestelijk leven van de priesters alsook van de christelijke gemeenschappen te bevorderen. Tenslotte: de
Congregatie weet, dat de Ordinarii ten opzichte van al hun priesters, in het bijzonder ten aanzien van diegenen die in een ernstige geestelijke crisis verkeren, niet kunnen vergeten dat zij krachtens hun plichten van geestelijk vaderschap hen een vastberaden en absoluut noodzakelijke hulp moeten bieden. Deze steun moet erop gericht zijn de op de wijdingsdag jegens onze Heer Jezus Christus en zijn Kerk aanvaarde verplichtingen gemakkelijker en met meer vreugde te kunnen volbrengen. De Ordinarii zullen daarbij in de Heer alles proberen te doen dat zij kunnen om de wankelende broeder de gemoedsrust, het vertrouwen, de boetvaardigheid en de vurigheid te helpen herwinnen, met de medewerking van medebroeders, vrienden, bloedverwanten, artsen en psychologen; overeenkomstig de persoonlijke situatie van de persoon-inkwestie.
Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over het priestercelibaat, Sacerdotalis Caelibatus (24 juni 1967), 82.91
© 1981, Archief van Kerken, jrg. 36, n. 5, p. 237-239
Vertaling R.K. Kerkprovincie