Paus Franciscus - 1 januari 2014
De boodschap van hoop in deze zegening heeft zich volkomen gerealiseerd in een vrouw, in Maria, die bestemd was om Moeder van God te worden en verwerkelijkte zich in haar eerder dan in enig ander schepsel.
Moeder van God! Dit is de meest belangrijke en wezenlijke titel van de Maagd Maria. Het gaat om een eigenschap, om een rol, die het geloof van het christelijke volk in zijn liefdevolle en zuivere vroomheid tot onze hemelse Moeder van begin af aan heeft begrepen.
Denken wij aan dit grote moment in de geschiedenis van de oude Kerk, aan het Concilie van Efeze, waarin het goddelijk moederschap van de Maagd met autoriteit werd gedefinieerd. De waarheid over het goddelijk moederschap van Maria vond weerklank in Rome waar korte tijd later werd begonnen met de bouw van de basiliek van de ‘Santa Maria Maggiore’, het eerste Maria-heiligdom van Rome en van het hele Westen. Daar wordt de afbeelding van de Moeder van God wordt vereerd – de Theotokos – onder de titel van ‘Salus populi Romani’. Er wordt verteld dat de inwoners van Efeze, tijdens het concilie, bijeen kwamen bij de zijkanten van het portaal van de basiliek, waar de bisschoppen toen vergaderden en luidkeels scandeerden: ‘Moeder van God!’ Door de officiële definitie van deze titel van de Maagd Maria met volks aandrang te vragen aan de bisschoppen, toonden de gelovigen aan, dat zij het goddelijk moederschap erkenden. Het is de spontane en oprechte houding van kinderen die hun Moeder goed kennen, omdat zij van haar houden met oneindige tederheid. Maar het is meer: het is de ‘sensus fidei’ van het heilige gelovige volk van God, dat zich in zijn eenheid nooit vergist.