H. Paus Johannes Paulus II - 2 januari 1984
Nu het herziene Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) nog niet zo lang geleden door Ons afgekondigd is, worden Wij gesterkt door de blijde hoop dat het "een efficiënt instrument wordt, met behulp waarvan de Kerk in staat is zichzelf volgens de geest van het Tweede Vaticaans Concilie te vervolmaken en zich meer en meer in staat toont om haar heilbrengende taak in deze wereld ten uitvoer te brengen. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Constitutie, Promulgatie van de Codes Iuris Canonici, Sacrae Disciplinae Leges (25 jan 1983)
Om dit te bereiken wordt een zodanige naleving van de canonieke wetten vereist dat deze niet alleen een gewillige bereidheid tot gehoorzamen, maar ook een eigen en juiste kennis en interpretatie van de canonieke wetten met zich meebrengt. Wetten immers, "daar zij allen binden, moeten niets bevatten wat duister of dubbelzinnig is": maar, gelet op hun algemene aard, kan het niet anders dan dat de toepassing ervan op de afzonderlijke gevallen soms moeilijkheden oplevert.
Bovendien kan, daar alle canones van het Wetboek onderling moeten samenhangen, soms de vraag rijzen naar de wil of de bedoeling van de Wetgever, en zo is een interpretatie vereist die de eigenlijke zin van de wetten aantoont om elke twijfel of dubbelzinnigheid weg te nemen.
Daarom hebben Wij, in het voetspoor van onze Voorganger Benedictus XV zaliger gedachtenis, die de authentieke interpretatie van de canones van het vorig Wetboek heeft willen opdragen aan een bijzondere Commissie daartoe ingesteld Vgl. Paus Benedictus XV, Motu Proprio, Cum iuris canonici Codicem (15 sept 1917). AAS 9 (1917), blz. 483, uit eigen beweging, uit vaste overtuiging en na rijp beraad, besloten een bijzondere Commissie op te richten en richten Wij deze ook werkelijk op; zij zal in de toekomst met een eigen naam "Pauselijke Commissie voor de authentieke interpretatie van het Wetboek van Canoniek Recht" genoemd worden, en zij zal onder de hier volgende normen vallen.
Wat betreft de benoeming van de leden, de functionarissen, de consultoren van de Commissie en de duur van hun mandaat, zullen de normen toegepast worden die voor de overige Dicasteries van de Romeinse Curie gelden.
Krachtens dit Ons Apostolisch Schrijven beslissen Wij dat de Pauselijke Commissie voor de herziening van het Wetboek van Canoniek Recht en de Pauselijke Commissie voor de interpretatie van de Decreten van het Tweede Vaticaans Concilie ophouden te bestaan.
Wij bevelen dat al wat door Ons in dit motu propria gegeven Schrijven beslist is, rechtskracht heeft en geldt vanaf de tweede dag van de maand februari van dit jaar, dag waarop dit Schrijven afgekondigd zal worden Vgl. L'Osservatore Romano, 2 februari 1984, ongeacht alles wat hiermee in strijd is.
Gegeven te Rome, bij St. Pieter, op de tweede dag van de maand januari 1984, in het zesde jaar van Ons Pontificaat.
PAUS JOHANNES PAULUS II