
H. Paus Paulus VI - 8 december 1975
Verenigd met de opvolger van Petrus, ontvangen de bisschoppen als opvolgers van de apostelen, krachtens hun bisschopswijding, de bevoegdheid om in de Kerk de geopenbaarde waarheid te onderrichten. Zij zijn de leraren van het geloof.
Aan de bisschoppen geassocieerd in het dienstwerk van de evangelisatie, als personen die daarin op bijzondere titel verantwoordelijkheid dragen, zijn zij die door de priesterwijding "handelen in de persoon van Christus" Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 10.37 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 39 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 2.12.13 in zoverre zij optreden als de geloofsopvoeders van het Volk van God, als predikers, en tevens als de bedienaren van de Eucharistie en de andere Sacramenten.
Daarom worden wij, Herders, meer dan enig ander lid van de Kerk, allen uitgenodigd ons van deze plicht terdege bewust te zijn. Wat het bijzondere vormt van ons priesterlijk dienstwerk, wat aan de duizend en één zorgen die ons bezighouden in de loop van heel ons leven hun eenheid geeft, wat aan al onze activiteiten een specifiek kenmerk geeft, is juist dit oogmerk van al ons doen en laten: "het Evangelie van God verkondigen" Vgl. 1 Tess. 2, 9 .
Hier hebben we te maken met een trek van onze identiteit waaraan geen enkele twijfel ooit afbreuk mag doen, en die door geen tegenwerping mag worden verduisterd: als Herders zijn wij door de barmhartigheid van de soevereine Herder Vgl. 1 Pt. 5, 4 in weerwil van onze ontoereikendheid uitgekozen om met gezag het Woord van God te verkondigen, het volk van God te verzamelen dat verstrooid was, dit volk te voeden met de tekenen van de werkzaamheid van Christus die de Sacramenten zijn, het te leiden op de weg van het heil, het te bewaren in die eenheid waarvan wij zelf op verschillende niveaus de werkzame en levende instrumenten zijn, en om onophoudelijk deze rond Christus verzamelde gemeenschap te bezielen volgens haar diepste roeping.
En wanneer wij binnen de maat van onze menselijke beperktheden en volgens de genade van God dat alles ten uitvoer brengen, verrichten wij een werk van evangelisatie. Wij als herder van de universele Kerk, onze Broeders in het bisschopsambt als de leiders van de particuliere Kerken, de priesters en diakens in eenheid met hun eigen Bisschoppen van wie zij de medewerkers zijn, door middel van een communio die haar bron heeft in het Wijdingssacrament en in de liefde van de Kerk.