
H. Paus Paulus VI - 8 december 1975
Hier raken we aan een aspect van evangelisatie dat ons niet ongevoelig mag laten. We willen spreken over wat men vandaag de dag dikwijls met de term van volksreligiositeit aanduidt.
Zowel in de streken waar de Kerk al eeuwenlang is ingeplant, alsook daar waar zij bezig is ingeplant te worden, vindt men bij het volk bijzondere uitdrukkingen van zoeken naar God en van geloof. Lange tijd werden die als minder zuiver beschouwd en soms zelfs veracht, maar tegenwoordig worden ze bijna overal herontdekt. Tijdens de recente Synode hebben de Bisschoppen zich met opmerkelijke pastorale werkelijkheidszin en ijver in de betekenis ervan verdiept.
De volksreligiositeit heeft, kan men zeggen, zeker haar grenzen. Zij staat dikwijls open voor het binnendringen van veel misvormingen van godsdienstigheid, ja zelfs van bijgeloof. Zij blijft dikwijls op het niveau van cultusuitingen zonder een authentieke geloofsadhesie te wekken. Zij kan ook leiden tot de vorming van sekten en de ware kerkelijke gemeenschap in gevaar brengen.
Maar als zij - vooral door een pedagogie van evangelisatie - in de goede richting geleid wordt, is zij rijk aan waarden. Zij vormt de uiting van een dorst naar God waarmee alleen de eenvoudigen en armen bekend kunnen zijn; zij stelt hen, waar het gaat om geloofsuitingen, in staat tot een edelmoedigheid en offerbereidheid tot het heldhaftige toe; zij brengt een intense gevoeligheid met zich mee voor de diepe eigenschappen van God: het vaderschap, de voorzienigheid, de liefdevolle en constante aanwezigheid; zij brengt ook innerlijke houdingen voort die zelden in dezelfde mate elders worden aangetroffen: geduld, gevoel voor het kruis in het dagelijkse leven, onthechting, openheid voor anderen, toewijding. Vanwege deze aspecten noemen wij haar graag "volksvroomheid", dat wil zeggen godsdienst van het volk, liever dan volksreligiositeit.
De herderlijke liefde moet degenen die de Heer aan het hoofd gesteld heeft van kerkelijke gemeenschappen de richtlijnen aan de hand doen voor de omgang met deze zo rijke en tegelijk zo kwetsbare realiteit. Nodig is vóór alles dat men er gevoel voor heeft, dat men er de innerlijke dimensies en de niet te ontkennen waarden van weet op te pakken, en dat men bereid is haar te helpen de risico's van ontsporing te overwinnen. Wordt zij in de goede richting geleid, dan kan deze volksreligiositeit voor onze volksmassa's steeds meer tot een ware ontmoeting worden met God in Jezus Christus.