H. Paus Paulus VI - 8 december 1975
Daarom: in haar prediking van de bevrijding en haar solidarisering met hen die daarvoor werken en lijden, bevestigt de Kerk het primaat van haar geestelijke roeping, zonder daarmee te aanvaarden dat haar zending omschreven zou moeten worden als beperkt tot enkel het godsdienstige terrein onder verwaarlozing van de aardse problemen van de mens. Zij weigert de verkondiging van het Rijk van God te vervangen door de proclamatie van de menselijke bevrijding, en zij houdt staande dat ook haar bijdrage aan de bevrijding onvolledig is, als zij het zou verwaarlozen het heil te verkondigen in Christus Jezus.