H. Paus Paulus VI - 8 december 1975
Er zijn in het evangeliseringswerk van de Kerk zeker elementen en aspecten die de moeite van het onderstrepen waard zijn. Sommige zijn zelfs zo belangrijk dat de neiging bestaat ze eenvoudigweg met evangelisatie te identificeren. Zo heeft men evangelisatie kunnen definiëren in termen van verkondiging van Christus aan hen die Hem niet kennen, van prediking, van catechese, van het toedienen van het Doopsel en van andere Sacramenten.
Geen enkele gedeeltelijke of fragmentarische definitie kan echter rekenschap geven van de rijke, complexe en dynamische werkelijkheid van de evangelisatie, zonder het risico te lopen haar te verarmen en zelfs haar te verminken. Zij kan niet begrepen worden als men niet probeert een omvattend zicht te krijgen op al de wezenlijke elementen.
Deze elementen, duidelijk onderstreept tijdens de genoemde Synode, worden tot op dit moment nog verder uitgediept, onder invloed van de werkzaamheden van de Synode. Het verheugt ons dat deze zich in wezen situeren in de rij van die welke het Tweede Vaticaans Concilie ons gegeven heeft, vooral in de Constituties "2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964)", "2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965)", en in het Decreet "2e Vaticaans Concilie - Decreet
Ad Gentes Divinitus
Over de missie-activiteit van de Kerk
(7 december 1965)".