H. Paus Paulus VI - 8 december 1975
Er is dus een diepe band tussen Christus, de Kerk en de evangelisatie. Zolang de Kerk duurt, is zij het die de opdracht tot evangelisatie heeft. Deze opdracht wordt niet zonder haar vervuld, en nog minder tegen haar in.
Het is goed hierop te wijzen in een tijd dat zich tot ons verdriet personen laten horen - waarvan we willen geloven dat ze het goed bedoelen maar die in hun geest gedesoriënteerd zijn - die bij herhaling zeggen dat zij van Christus willen houden maar niet van de Kerk, dat zij naar Christus willen luisteren maar niet naar de Kerk, dat zij bij Christus willen horen maar buiten de Kerk.
Hoe absurd deze tweedeling is, blijkt duidelijk uit deze evangeliewoorden: "Wie u verstoot, verstoot mij" (Lc. 10, 16) Vgl. H. Cyprianus van Carthago, Over de eenheid van de Katholieke Kerk, De catolicae ecclesiae unitate (1 jan 250). PL 4, 527 Vgl. H. Augustinus, Enarrationes in Psalmos. Sermo II, 14: PL 37, 1140 Vgl. H. Johannes Chrysostomos, Homilia de capto Eutropio. 6: PG 52, 402. En hoe kan men van Christus willen houden zonder van de Kerk te houden, waar toch het mooiste getuigenis over Christus dat van de heilige Paulus is: "Hij heeft de Kerk lief gehad en zich voor haar overgeleverd"? (Ef. 5, 25)