H. Paus Paulus VI - 8 december 1975
Degenen die in oprechtheid de Blijde Boodschap aanvaarden, zullen juist in de kracht van deze aanvaarding en van het gedeelde geloof, bijeenkomen in de Naam van Jezus om samen het Rijk te zoeken, het op te bouwen en het te beleven. En zo vormen zij een gemeenschap die op haar beurt evangeliseert. De opdracht die gegeven werd aan de apostelen - "Gaat en verkondigt het Evangelie" - geldt, ook al verschilt de wijze waarop, voor alle christenen. Juist daarom noemt Petrus deze laatsten "Gods volk dat Hij zich heeft verworven om zijn wondere daden te verkondigen" (1 Petr. 2, 9), diezelfde wondere daden die ieder in zijn eigen taal heeft kunnen beluisteren. Vgl. Hand.2, 11 Trouwens, de blijde boodschap over het Rijk dat komt en al begonnen is, is bestemd voor alle mensen van alle tijden. Degenen die haar hebben ontvangen en degenen die zij samenbrengt in de gemeenschap van het heil, kunnen en moeten haar met anderen communiceren en haar verspreiden.