H. Paus Paulus VI - 27 september 1974
Op geen enkele manier dus zijn de evangelisatie en de menselijke vooruitgang tegengesteld aan elkaar noch gescheiden, maar zij vullen elkaar aan, daar zij, ofschoon van elkaar onderscheiden en ondergeordend, hetzelfde gemeenschappelijk nastreven, namelijk het heil van de mens.
Dit alles vraagt ongetwijfeld een nauwkeuriger onderzoek aangaande de verschillende vormen welke het werk van de evangelisatie kan aannemen. Het is in ieder geval zeker, dat de wereld van vandaag zeer brandende kwesties aan de kerk ter oplossing voorlegt; maar men moet ook niet de ontzaglijke mogelijkheden vergeten welke men zich vroeger zelfs niet kon voorstellen en die nu hun ten dienste staan die in naam van Christus het goede nieuws brengen. Vgl. Rom. 10, 15 En wie kan werkelijk juist beoordelen, hoe wijd de deuren reeds open zijn gezet voor de algemene en verrassende verbreiding van het woord van heil door de sociale communicatiemiddelen? Indien wij deze schitterende mogelijkheden voorbij zouden laten gaan of de tijd zouden verdoen met bezwaren die slechts schaden, dan bestaat inderdaad het gevaar, dat wij in het door God vastgestelde uur niet klaar staan en aan de toekomstige positie van de christelijke godsdienst een onmetelijke schade toebrengen.
Dit vereist, dat de activiteit van de evangelisatie vandaag wordt verstaan met een geest die wijd openstaat voor de noden van onze tijd, wat betreft methoden, ondernemingen, geschikte organisatie en vorming van werkers voor het Evangelie. Het gaat dus over het werk dat u in het volle bewustzijn van uw ambt in deze synode zult ondernemen; moge God geven, dat uw werkzaamheden ten volle beantwoorden aan de rechtmatige verwachtingen van allen!