Paus Benedictus XVI - 24 februari 2013
Geliefde broeders en zusters!
Op de tweede zondag van de Veertigdagentijd biedt de liturgie ons altijd het Evangelie van de Gedaanteverandering van de Heer. De evangelist Lucas legt in het bijzonder de nadruk op het feit dat Jezus van gedaante veranderde terwijl Hij bad: een diepgaande ervaring van de relatie met de Vader tijdens een soort retraite die Jezus op een hoge berg meemaakt in het gezelschap van Petrus, Jacobus en Johannes, de drie leerlingen die altijd aanwezig zijn op de momenten dat de Meester zich op goddelijke wijze laat zien (Lc. 5, 10)(Lc. 8, 51)(Lc. 9, 28). De Heer, die kort daarvoor Zijn dood en verrijzenis had voorzegd (Lc. 9, 22), biedt Zijn leerlingen een voorproefje van Zijn heerlijkheid. En tijdens de Gedaanteverandering, net als bij de Doop, horen we de stem van de Hemelse Vader: “Dit is mijn uitverkoren Zoon; luister naar Hem” (Lc. 9, 35). De aanwezigheid van Mozes en Elia, die de Wet en de Profeten van het Oude Verbond vertegenwoordigen, is heel belangrijk: de hele geschiedenis van het Verbond is op Hem, de Christus, gericht, die een nieuwe “uittocht” (Lc. 9, 31) tot stand brengt, niet naar het beloofde land zoals in de tijd van Mozes, maar naar de Hemel. De woorden van Petrus, “Meester, het is maar goed dat wij hier zijn” (Lc. 9, 33), vertegenwoordig de onmogelijke poging om deze mystieke ervaring tot staan te brengen. Sint-Augustinus zei: “(Petrus).. op de berg ... had Christus als voedsel voor de ziel. Waarom zou hij weer afdalen naar arbeid en pijn, terwijl hij daarboven vol van gevoelens van heilige liefde voor God was, die hem tot heilig gedrag aanzette?” H. Augustinus, Preken, Sermones. 78, 3: PL 38,491.
We kunnen een zeer belangrijke les trekken uit de bezinning op deze Evangelietekst. Ten eerste, het primaatschap van het gebed, zonder welke al het werk van het apostolaat en de liefdadigheid beperkt wordt tot activisme. In de Vastentijd leren we de tijd te nemen voor gebed, zowel persoonlijk als gezamenlijk, dat ademruimte schept in ons geestelijk leven. Daarnaast is bidden niet een isolement van de wereld en haar tegenspraak, zoals Petrus op Tabor wilde, maar in plaats daarvan zet het gebed ons weer op de juiste weg, naar actie. “Het christelijk leven” – zo schreef ik in mijn Paus Benedictus XVI - Boodschap
Geloven in de liefde roept de liefde op - Zo hebben wij de liefde leren kennen die God voor ons heeft (1 Joh. 4, 16)
Boodschap voor de Veertigdagentijd 2013
(15 oktober 2012) – “bestaat uit een constante beklimming van de berg om God te ontmoeten, gevolgd door een afdaling met de liefde en kracht die van Hem afkomstig zijn, om zo onze broeders en zusters met Gods eigen liefde te dienen.” Paus Benedictus XVI, Boodschap, Boodschap voor de Veertigdagentijd 2013, Geloven in de liefde roept de liefde op - "Zo hebben wij de liefde leren kennen die God voor ons heeft" (1 Joh. 4, 16) (15 okt 2012), 3