• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
1.2 De kerkmusicus in de kerkmuzikale praktijk

Omdat de lokale kerk een onderdeel vormt van de universele Kerk dient de gewettigde lokale eigenheid in taalgebruik en toonzetting van de kerkmuziek ingevoegd te worden in de universaliteit van de kerkelijke liturgie. De kerk is een geloofsgemeenschap, die volgens Paulus in diens eerste brief aan de christenen van Korinthe (1 Kor. 12, 1-13) - hij spreekt hier over een lokale kerk - het stempel draagt van een eenheid in verscheidenheid van genadegaven (charisma's). Paulus illustreert dit met het beeld van het menselijk lichaam en diens ledematen, die op elkaar zijn aangewezen en in het geheel een eigen plaats en functie hebben. Maar de afzonderlijke genadegaven dienen steeds uitdrukkelijk in dienst te staan van de kerkopbouw, zoals deze door Christus is gewild. Deze kerkopbouw kent daarom naast verscheidenheid ook de eigen onvervreemdbare verantwoordelijkheden van degene die het hoofd tegenwoordig stelt en met de leiding is belast. Paulus noemt de kerk het Lichaam van Christus, een beeld dat verder wordt uitgewerkt en aangevuld (in de brieven aan de inwoners van Kolosse en van Efese) met de gedachte dat Christus het hoofd is van zijn Lichaam.

De Kerk kent verschillende soorten liturgische vieringen waarvan de teksten en riten in de diverse liturgische boeken zijn vastgelegd. Deze vieringen vragen om adequate gezangen volgens de richtlijnen van de liturgische boeken, aangepast aan de eigenheid van de viering als geheel en aan de eigenheid van de afzonderlijke onderdelen. De teksten van deze gezangen vindt men in verschillende liturgische boeken. Het door de Bisschoppenconferentie goedgekeurde repertorium ofwel directorium van liturgische gezangen in de volkstaal geeft vervolgens het repertoire aan van verdere liederen die geschikt zijn voor de katholieke eredienst. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het gebruik van de volkstaal in de uitgaven van de Romeinse Liturgie
Vijfde instructie "betreffende de juiste uitvoering van de Constitutie over de Liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie" (bij art. 36), Liturgiam Authenticam (28 mrt 2001), 108. dat aan de afzonderlijke bisschoppenconferenties vraagt om voor de liturgie in de volkstaal een dergelijk repertorium op te stellen en ter goedkeuring voor te leggen aan de Apostolische Stoel. Voor de Nederlandse Kerkprovincie zijn al afleveringen met goedgekeurde gezangen in de volkstaal verschenen

Een repertoire van liturgische muziek moet gebaseerd zijn op de liturgisch goedgekeurde gezangen die hun eigen plaats en functie hebben in de liturgie. Een dergelijk kerkelijk basisrepertoire dient bij de gelovigen bekend te zijn. Enerzijds kunnen daarom in menig geval bekende liturgische gezangen, die aan de kerkelijke en liturgische vereisten voldoen, gehandhaafd blijven, anderzijds zal wellicht een hoeveelheid gezangen geïntroduceerd moeten worden, die voor de geloofsgemeenschap ter plaatse (nog) onbekend en nieuw is.

Daarbij vervult de kerkmusicus een belangrijke rol. Naast de professioneel gevormde kerkmusicus, die meestal de dirigent en/of organist is van het parochiekoor, functioneren tegenwoordig ook diverse niet-professioneel gevormde kerkmusici als dirigent/organist.

Omwille van de continuïteit en de onderlinge harmonisatie tussen de verschillende koren en de onderscheiden vieringen, kan het soms aanbevelenswaardig zijn, dat slechts één dirigent de leiding heeft over de verschillende koren. Zo kan er een betere afstemming plaats vinden tussen de koren onderling ten aanzien van het kerkelijk goedgekeurde repertoire en ontstaat een mogelijkheid van een door ieder gekend basisrepertoire, opdat de parochie als gemeenschap ook in het zingen eensgezind en één van stem de Heer kan loven. Door de eventuele bundeling van een aantal kerkmuzikale taken in één persoon met name op het vlak van de kerkmuzikale vorming kan ook een bredere financiële basis ontstaan voor een professionele kerkmusicus en een formatieplaats, die als parttime functie een reëel arbeidsperspectief biedt aan professionele musici.

Deze optie heeft tegelijk echter wel consequenties voor de opleiding. Het betekent dat de musicus moet zijn opgeleid op meerdere domeinen. Hij moet kennis hebben zowel van de liturgie van de Rooms-Katholieke Kerk, als ook van het brede scala van koorsoorten en de verschillende soorten repertoire binnen de kerkelijke richtlijnen en hij dient positief gemotiveerd te zijn om deze te realiseren in de liturgische praktijk. Dit betekent dat bij de opleiding voor kerkmuziek de liturgische en kerkmuzikale vorming door de Kerk geautoriseerd moet zijn, zodat gewaarborgd is dat deze geheel in kerkelijke zin verloopt. Normerend voor de kerkmuzikale praktijk zijn de richtlijnen in deze van de Rooms-Katholieke Kerk; de kerkmusicus dient deze te kennen en in praktijk te brengen. De mogelijke bundeling van een aantal kerkmuzikale taken in één persoon dient echter - zoals eerder gezegd - niet te gebeuren als een cumulatie van meerdere, verschillende liturgische taken in één liturgische bedienaar. Zulk streven is in strijd met de geest van het Tweede Vaticaans Concilie.

Document

Naam: BELEIDSNOTA KERKMUSICUS
Voor de Bisdommen van de R.K. Kerkprovincie in Nederland
Soort: Nederland
Auteur: Nederlandse Bisschoppenconferentie
Datum: 12 oktober 2010
Copyrights: © 2013, Beleidssector liturgie van de Nederlandse Bisschoppenconferentie / Nationale Raad voor Liturgie
Liturgische Documentatie, dl. 10
Bewerkt: 8 mei 2020

Referenties naar dit document

 
Geen documenten gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test