GETUIGE VOOR DE KRACHT VAN DE GENADEOver de onontbindbaarheid van het huwelijk en de discussie over de burgerlijk hertrouwden en de Sacramenten
(Soort document: Congregatie voor de Geloofsleer)
Aartsbisschop Gerhard Ludwig Müller, prefect -
15 juni 2013
Ook de leer over de
epikeia – volgens welke een wet over het algemeen geldig kan zijn, maar niet altijd toepasbaar is op concrete menselijke situaties – kan hier niet worden aangevoerd, want in het geval van de onontbindbaarheid van het sacramentele huwelijk hebben we te maken met een goddelijke wet die niet ter beschikking staat van de Kerk. Maar – zoals we zien in het
privilegium Paulinum – de Kerk heeft wel de autoriteit om de voorwaarden te verduidelijken waaraan het tot stand komen van een onontbindbaar huwelijk moet voldoen, zoals onderwezen door Jezus. Op die basis heeft de Kerk beperkingen tot het huwelijk vastgesteld, ze heeft redenen voor nietigverklaring erkent, en ze heeft een gedetailleerd proces om deze te onderzoeken ontwikkeld.
Een andere reden voor het toelaten van hertrouwde gescheidenen tot de Sacramenten wordt beredeneerd in termen van genade. Gezien het feit dat Jezus zelf solidariteit betoonde met de lijdenden en zijn genadige liefde aan hen schonk, wordt genade gezien als een bepalende kwaliteit van waar navolging. Dit klopt, maar het komt te kort als sacramentstheologisch argument. Het geheel van de sacramentele economie is een werk van goddelijke barmhartigheid en kan niet simpelweg aan de kant worden geschoven met een beroep op diezelfde barmhartigheid. Een objectief onjuist beroep op de barmhartigheid loopt ook het risico om het beeld van God te bagatelliseren, door te impliceren dat God niet anders kan dan vergeven. Tot het mysterie van God behoren, naast de barmhartigheid, ook Zijn heiligheid en gerechtigheid. Als men deze eigenschappen van God zou onderdrukken en zou weigeren de zonde serieus te nemen, dan zou het uiteindelijk niet eens mogelijk zijn om de genade van God naar de mens te brengen. Jezus kwam de zondares met groot medelijden tegemoet, maar Hij zei haar: “Ga nu maar, en zondig voortaan niet meer” (
Joh. 8, 11). De barmhartigheid van God bevrijdt ons niet van de verplichting om ons aan Zijn geboden of de regels van de Kerk te houden. Het schenkt ons veeleer de kracht van de genade om het te vervullen, om op te staan na een val en het leven in haar volmaaktheid te leven naar het beeld van onze hemelse Vader.