
Aartsbisschop Gerhard Ludwig Müller, prefect - 15 juni 2013
Er word vaak voorgesteld dat hertrouwde gescheidenen voor zichzelf zouden mogen beslissen, volgens hun eigen geweten, of zij wel of niet te Communie gaan. Dit argument, gebaseerd op een problematisch begrip van “geweten”, is in 1994 in een Congregatie voor de Geloofsleer
Annus Internationalis Familiae
Brief aan de bisschoppen van de R.-K. Kerk over het ontvangen van de Communie door hertrouwd gescheiden gelovigen
(14 september 1994) van de Congregatie voor de Geloofsleer afgewezen. Natuurlijk moeten gelovigen bij iedere Mis overwegen of het mogelijk is om de Communie te ontvangen, want een ernstige niet gebiechte zonde zal dit altijd uitsluiten. Tegelijkertijd hebben zij de plicht om hun geweten te vormen en af te stemmen op de waarheid. Hierdoor luisteren zij ook naar het Leergezag van de Kerk, die hen helpt “niet weg te raken van de waarheid over het goede van de mens maar, speciaal in de moeilijke vraagstukken, met zekerheid de waarheid te bereiken en in haar te blijven.” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over kerkelijke moraalleer, Veritatis Splendor (6 aug 1993), 64