Concilievaders van het Tweede Vaticaans Concilie - 8 december 1965
Voorgelezen door kardinaal P. Meouchi, geassisteerd door de kardinalen S. Wyszynski en P. Doi, in tegenwoordigheid van de heer Gaetano Ponticello van het Werk van Don Guanella met de heer Primo Rieti verzorgd door de Kleine Zusters der Armen en de blinde Dr. Francesco Politi met zijn hond.
Voor u allen, zwaar beproefde broeders die bezocht wordt door het lijden in zijn talloze aspecten, heeft het Concilie een geheel bijzondere boodschap. Het voelt uw smekende ogen op zich gevestigd, ogen brandend van koorts of mat van vermoeidheid, vragende blikken die vergeefs naar het waarom van het menselijk lijden zoeken en die zich angstig afvragen wanneer en waarvandaan de verlichting zal komen
Dit is de christelijke leer van het lijden, de enige die de vrede schenkt. Weet dat gij niet alleen zijt, niet gescheiden, niet verlaten, niet nutteloos: gij zijt de geroepenen van Christus, zijn levend en doorschijnend beeld. In zijn naam groet het Concilie u met liefde, het bedankt u, het verzekert u van de vriendschap en de hulp van de Kerk en zegent u.