Paus Benedictus XVI - 3 mei 2012
Hierin past de onvervangbare taak van de Katholieke Universiteit, een plaats waarin de onderwijsrelatie ten dienste wordt gesteld aan de persoon in de opbouw van een gekwalificeerde wetenschappelijke expertise, geworteld in een erfgoed van kennis dat door de opeenvolging van generaties is gedestilleerd tot levenswijsheid; een plaats waarin de zorgrelatie geen beroep is, maar een missie; waar de naastenliefde van de Barmhartige Samaritaan de eerste leerstoel is en het gezicht van de lijdende mens het eigen aangezicht van Christus: “dat hebt gij voor Mij gedaan” (Mt. 25, 40). De Katholieke Universiteit van het Heilig Hart, leeft, in het dagelijks werk van onderzoek, onderwijs en studie, in deze traditio die haar eigen potentieel voor innovatie ten uitdrukking brengt: geen enkele vooruitgang, laat staan op het cultureel vlak, wordt gevoed met louter herhaling, maar elke vergt een steeds weer nieuw begin. Het vergt bovendien die bereidheid tot debat en dialoog die het verstand opent en getuigt van de rijke vruchtbaarheid van het geloofserfgoed. Zo wordt een solide persoonlijkheidsstructuur gevormd, waarbij de christelijke identiteit het dagelijks leven doordringt en zich uitdrukt vanuit een uitmuntende professionaliteit.