Concilievaders van het Tweede Vaticaans Concilie - 8 december 1965
Voorgelezen door kardinaal P. Zoungrana, met assisĀtentie van de kardinalen J. Bueno y Monreal en J. Quintero, in tegenwoordigheid van de toehoorder bij het Concilie Patrick Keegan met de toehoorder Auguste Vanistendael en de heer Armando Cagno van de A.C.L.I. van Milaan.
Tijdens het Concilie hebben wij, de katholieke bisschoppen van de vijf werelddelen, gezamenlijk onder andere belangrijke problemen die overwogen welke aan het menselijk bewustzijn gesteld worden door de economische en sociale levensomstandigheden van de hedendaagse wereld, door het naast elkaar bestaan van de volkeren, door de bewapeningskwestie, door de oorlog en de vrede.
Wij zijn ons volledig bewust van de invloed die de oplossing van deze problemen kan uitoefenen op het concrete leven van de werknemers en werkneemsters over de gehele wereld. Aan het einde van onze beraadslagingen wensen wij dan ook tot hen allen een boodschap van vertrouwen, vrede en vriendschap te richten.
Zeer beminde zonen, weest er vooreerst van overtuigd, dat de Kerk uw lijden, uw strijd, uw verwachtingen kent; dat zij een hoge waardering heeft voor de deugden die uw ziel veredelen: de moed, de toewijding, het beroepsgeweten, de liefde voor de rechtvaardigheid; dat zij volledig de onmetelijke diensten erkent die ieder van u op zijn plaats en dikwijls op de meest onaanzienlijke en de meest versmade posten aan de gehele maatschappij bewijst. De Kerk is er u erkentelijk voor en zij dankt u daarvoor door onze stem. In de laatste jaren heeft zij voortdurend de problemen van de arbeidersklasse voor de geest gehad die steeds ingewikkelder worden. De weerklank die de pas verschenen pauselijke encyclieken in uw milieu hebben ondervonden, heeft bewezen hoezeer de ziel van de hedendaagse werknemer in overeenstemming was met die van de hoogste geestelijke gezagsdragers.
Hij die het erfgoed van de Kerk met zijn onvergelijkelijke boodschappen heeft verrijkt, paus Joannes XXIII, heeft de weg naar uw hart weten te vinden. Op schitterende wijze heeft hij in zijn persoon de gehele liefde van de Kerk voor de werknemers bewezen, evenals voor de waarheid, de rechtvaardigheid, de vrijheid, de broederlijke liefde waarop de vrede in de wereld is gebaseerd.
Ook wij willen van deze liefde van de Kerk voor u, werknemers, bij u getuigen, en wij zeggen u met al de overtuiging van ons hart: de Kerk heeft u lief. Vertrouwt op haar! In het verleden hebben betreurenswaardige vergissingen al te lang het wantrouwen en het onbegrip tussen ons onderhouden; zowel de Kerk als de arbeidersklasse hebben eronder geleden. Vandaag heeft het uur der verzoening geslagen, en de Kerk van het Concilie nodigt u uit om dit zonder achterdocht te vieren.
De Kerk tracht u altijd beter te begrijpen. Maar gij moet op uw beurt trachten begrip te hebben voor wat de Kerk betekent voor u, werknemers, die de voornaamste bewerkers zijt van de wonderlijke veranderingen der hedendaagse wereld: want gij weet dat, als een geestelijke adem ze niet bezielt, zij de oorzaak zullen zijn van het leed van de mensheid in plaats van haar geluk. Niet de haat kan de wereld redden! Niet alleen het brood der aarde kan de honger van de mens stillen.
Aanvaardt dus de boodschap van de Kerk. Aanvaardt het geloof dat zij u aanbiedt om uw weg te verlichten: het is het geloof van de opvolger van Petrus en van de tweeduizend bisschoppen, in Concilie verenigd; het is het geloof van het gehele Christen volk. Moge het u verlichten! Moge het u leiden! Moge het u Jezus Christus doen kennen, uw Medearbeider, de Meester, de Redder van de gehele mensheid.