Paus Franciscus - 8 december 2013
Het menselijk gezin heeft van de Schepper een gezamenlijk geschenk ontvangen: de natuur. Het christelijke beeld van de schepping omvat een positief oordeel over de legitimiteit van ingrijpen in de natuur als deze als heilzaam zijn bedoeld en verantwoordelijk worden uitgevoerd, dat wil zeggen door de “grammatica” te erkennen die in de natuur is gegrift en door de grondstoffen wijselijk te gebruiken voor het welzijn van allen, met respect voor de schoonheid, het einddoel en het nut van ieder levend wezen en de plaats ervan in het ecosysteem. Samengevat, de natuur staat ons ter beschikking en wij zijn geroepen er een verantwoordelijkheid rentmeesterschap over uit te oefenen. Maar wij worden zo vaak gedreven door hebzucht en door de arrogantie van heerschappij, bezit, manipulatie en exploitatie; we beschermen de natuur niet, en noch hebben we er respect voor of beschouwen het als een genadig geschenk waar we voor moeten zorgen en ten dienste moeten stellen van onze broeders en zusters, inclusief toekomstige generaties.
Op specifieke wijze is de landbouwsector de belangrijkste productiesector met de cruciale roeping de natuurlijke grondstoffen te cultiveren en te beschermen om de mensheid te voeden. Wat dat betreft zet de blijvende schande van de honger mij aan om de volgende vraag met je te delen: hoe gebruik we de grondstoffen van de aarde? Moderne maatschappijen zouden zich moeten bezinnen op de hiërarchie van prioriteiten waar de productie op gericht is. Het is werkelijk een dringende plicht om de grondstoffen van de aarde op zo’n manier te gebruiken dat iedereen van de honger bevrijdt mag worden. Initiatieven en mogelijke oplossingen zijn er vele, en niet beperkt tot een toename in productie. Het is algemeen bekend dat het huidige productieniveau voldoende is, en toch blijven miljoenen mensen lijden en sterven van de honger, en dit is een ware schande. Daarom moeten we manieren vinden waardoor iedereen voordeel heeft van de vruchten van de aarde, niet alleen om de groeiende kloof tussen zij die meer hebben en zij die genoegen moeten nemen met de kruimels, maar vooral omdat het een kwestie van gerechtigheid, gelijkheid en respect voor iedere mens is. In dit verband wil ik iedereen herinneren aan die noodzakelijke universele verdeling van alle goederen dat één van de basisprincipes van de sociale leer van de Kerk is. Respect voor dit principe is een essentiële voorwaarde voor het mogelijk maken van effectieve en eerlijke toegang tot die essentiële en primaire goederen die iedere persoon nodig heeft en waar hij of zij recht op heeft.