Paus Franciscus - 19 mei 2013
Het Jaar van het geloof is vijftig jaar na het begin van het Tweede Vaticaans Concilie voor heel de Kerk een prikkel om zich opnieuw bewust te worden van haar aanwezigheid in de huidige wereld, van haar zending onder de volken en naties. Missionariteit is niet alleen een kwestie van geografische territoria, maar van volken, culturen en individuele mensen, juist omdat de “grenzen” van het geloof niet alleen door plaatsen en menselijke tradities, maar ook door het hart van iedere man en iedere vrouw heen lopen. Het Tweede Vaticaans Concilie heeft in het bijzonder onderstreept hoe de missionaire taak, de taak om de grenzen van het geloof uit te breiden, die van elke gedoopte van alle christelijke gemeenschappen is: “Aangezien het volk van God in gemeenschappen leeft, vooral in bisdommen en parochies, en daarin in zekere zin zichtbaar verschijnt, dienen ook deze van Christus te getuigen voor de volkeren”. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 37 Iedere gemeenschap wordt derhalve erop aangesproken en uitgenodigd zich de opdracht eigen te maken die door Jezus aan zijn apostelen wordt toevertrouwd: zijn “getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria en tot het uiteinde der aarde” (Hand. 1, 8), niet als een bijkomstig, maar als een wezenlijk aspect van het christelijk leven: wij zijn allen uitgenodigd op de wegen van het leven om met onze broeders en zusters op weg te zijn en daarbij ons geloof in Christus te belijden en getuigenis ervan af te leggen en zo de verkondigers van zijn Evangelie te worden. Ik nodig de bisschoppen, priesters, priester- en parochieraden, iedere verantwoordelijke persoon en groep in de Kerk uit om de missionaire dimensie goed te doen uitkomen in de programma’s voor de pastoraal en de vorming met het gevoel dat de eigen apostolische inzet niet volledig is, als hij niet het voornemen bevat “ getuigenis af te leggen van Christus voor de naties”, voor alle volken. Missionariteit is niet alleen maar een programmatische dimensie in het christelijk leven, maar ook een paradigmatische dimensie die alle aspecten van het christelijk leven betreft.