HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
VAN PAULUS, apostel van Christus Jezus door de wil van God, volgens de belofte van het leven dat in Christus Jezus is,
aan Timóteüs, zijn geliefd kind.
Genade, barmhartigheid en vrede voor u vanwege God de Vader en onze Heer Christus Jezus!
Dank voor ontvangen genade en aansporing tot volharding
Het is met dankbaarheid jegens God, die ik, evenals mijn voorouders, met een zuiver geweten tracht te dienen, dat ik uw naam noem in mijn gebeden, zonder ophouden, dag en nacht.
Als ik denk aan uw tranen, verlang ik vurig u weer te zien, om weer helemaal gelukkig te zijn.
En uw ongeveinsd geloof komt mij voor de geest, dat geloof dat eerst uw grootmoeder Lois en uw moeder Eunike bezield heeft en nu ook, daarvan ben ik zeker, leeft in u.
Vergeet dus niet het vuur aan te wakkeren van Gods genade die in u is door de oplegging van mijn handen.
Want God heeft ons niet een geest geschonken van vreesachtigheid, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid.
Schaam u dus niet van onze Heer te getuigen. Schaam u evenmin voor mij, zijn gevangene. Draag uw deel in het lijden voor het evangelie, door de kracht van God,
die ons gered heeft en geroepen met een heilige roeping, niet op grond van onze verdiensten, maar volgens het vrije besluit van zijn genade. Van alle eeuwigheid ons verleend in Christus Jezus,
is zijn genade nu openbaar geworden door de verschijning van onze Heiland, Christus Jezus, die de dood heeft vernietigd en onvergankelijk leven deed aanlichten door het evangelie.
Van dit evangelie ben ik aangesteld als heraut en apostel en leraar.
Daarom moet ik ook deze nieuwe beproeving ondergaan, maar ik schaam er mij niet voor, want ik weet Wie ik mijn vertrouwen heb geschonken, en ik ben ervan overtuigd, dat Hij bij machte is ongerept te bewaren wat mij is toevertrouwd, tot aan de grote dag.
Neem als richtsnoer de gezonde beginselen die gij uit mijn mond hebt vernomen, en houd ze vast in het geloof en de liefde van Christus Jezus.
Bewaar de u toevertrouwde schat met de hulp van de heilige Geest die in ons woont.
Gij weet dat allen in Asia mij in de steek hebben gelaten, ook Fýgelus en Hermógenes.
Moge de Heer barmhartigheid bewijzen aan het huisgezin van Onesíforus, want hij heeft zich niet geschaamd voor mijn boeien en zijn bezoeken hebben mij veel goed gedaan.
Toen hij in Rome kwam, heeft hij ijverig naar mij gezocht en mij ook gevonden.
De Heer verlene hem, dat hij barmhartigheid vindt bij zijn Heer op die dag. En hoeveel diensten hij te Éfeze bewezen heeft, weet gijzelf het best.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge