HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Blijkbaar zijn er onder u die, als zij een kwestie hebben met hun naaste, hun recht gaan zoeken bij de ongerechtigen en niet bij de heiligen.
Weet gij niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En als het oordeel over de wereld bij u berust, zoudt gij dan niet bevoegd zijn voor de meest onbeduidende rechtszaken?
Weet gij niet dat wij over engelen zullen oordelen? Hoeveel te meer dan over alle daagse dingen.
Voor dit soort geschillen moest gij hen die in de gemeente niet in tel zijn, zitting laten houden.
Dit zeg ik om u te beschamen. Er is onder u toch wel een verstandig man, die tussen broeders uitspraak kan doen?
In plaats daarvan procedeert de ene broeder tegen de andere, en dat nog wel ten overstaan van ongelovigen.
Dat gij tegen elkaar processen voert is al treurig genoeg. Waarom lijdt gij niet liever onrecht? Waarom laat gij u niet benadelen?
Maar gij pleegt zelf onrecht, zelf berokkent gij schade, en nog wel aan broeders.
Weet gij niet dat zij die onrecht plegen het koninkrijk Gods niet zullen erven? Maakt uzelf niets wijs! Hoerenlopers, afgodendienaars, echtbrekers, schandknapen, knapenschenders,
dieven, uitbuiters, dronkaards, lasteraars, oplichters, zij zullen het koninkrijk Gods niet erven.
En sommigen van u zijn dat wel geweest, maar nu zijt gij rein gewassen, gij zijt geheiligd, gij zijt gerechtvaardigd in de naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God.
“Alles is mij geoorloofd.” Ja, maar niet alles is goed voor mij. “Alles staat mij vrij.” Ja, maar ik moet mij door niets laten knechten.
Het voedsel voor de buik en de buik voor het voedsel! Goed, en God zal aan allebei een eind maken. Maar het lichaam is er niet voor de ontucht, maar voor de Heer, en de Heer voor het lichaam.
God heeft niet alleen de Heer opgewekt uit de dood, Hij zal ook ons doen opstaan door zijn kracht.
Gij weet toch dat uw lichamen ledematen zijn van Christus? Zou ik dan wat aan Christus toebehoort wegnemen en aan een deerne geven? Dat nooit!
Of weet gij niet dat hij die met een deerne omgang heeft, één lichaam met haar wordt? De Schift zegt immers: De twee worden één vlees.
Maar wie zich met de Heer verenigt, is met Hem een geest.
Onthoudt u van hoererij. Elke andere zonde die een mens bedrijft, gaat buiten het lichaam om, maar de ontuchtige zondigt tegen zijn eigen lichaam.
Gij weet het, uw lichaam is een tempel van de heilige Geest, die in u woont, die gij van God hebt ontvangen. Gij zijt niet van uzelf.
Gij zijt gekocht en de prijs is betaald. Eert dan God met uw lichaam.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge