HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Toen dan Jezus te Betlehem in Juda geboren was ten tijde van koning Herodes, kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten
en vroegen: “Waar is de pasgeboren koning der Joden? Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen.”
Toen koning Herodes dit hoorde, werd hij verontrust en heel Jeruzalem met hem.
Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen en legde hun de vraag voor, waar Christus moest geboren worden.
Zij antwoordden hem: “Te Betlehem in Juda. Zo immers staat er geschreven bij de profeet:
En gij, Betlehem, landstreek van Juda,
gij zijt volstrekt niet de geringste
onder de leiders van Juda,
want uit u zal een leidsman tevoorschijn treden,
die herder zal zijn over mijn volk Israël.”
Toen ontbood Herodes in het geheim de Wijzen en vroeg hun nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was.
Daarop zond hij hen naar Betlehem met de opdracht: “Gaat een zorgvuldig onderzoek instellen naar dat Kind en wanneer gij het gevonden hebt, bericht het mij dan, opdat ook ik het hulde kan gaan brengen.”
Na de koning aangehoord te hebben vertrokken zij. En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging voor hen uit totdat zij boven de plaats waar het Kind zich bevond stil bleef staan.
Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde.
Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria en op hun knieën neer vallend betuigden zij het hun hulde. Zij haalden hun schatten te voorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre.
En in een droom van Godswege gewaarschuwd niet meer naar Herodes terug te keren, vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.
Na hun vertrek verscheen een engel van de Heer in een droom aan Jozef en sprak: “Sta op, neem het Kind en zijn moeder, vlucht naar Egypte en blijf daar tot ik u waarschuw, want Herodes komt het Kind zoeken om het te doden.”
Hij stond op en week in de nacht met het Kind en zijn moeder naar Egypte uit.
Daar bleef hij tot aan de dood van Herodes, opdat in vervulling zou gaan wat de Heer gesproken had door de profeet:
Ik heb mijn zoon geroepen uit Egypte
Zodra Herodes bemerkte, dat hij door de Wijzen om de tuin geleid was, ontstak hij in hevige toorn; hij zond zijn mannen uit en liet in Betlehem en heel het gebied daarvan al de jongens vermoorden van twee jaar en jonger, in overeenstemming met de tijd waarnaar hij de Wijzen nauwkeurig had gevraagd.
Toen ging in vervulling het woord dat door de profeet Jeremia gesproken was:
Een klacht werd in Rama gehoord,
geween en luid gejammer:
Rachel, wenend om haar kinderen,
wil niet getroost worden, omdat zij niet meer zijn
Nadat Herodes gestorven was, verscheen in Egypte een engel van de Heer in een droom aan Jozef en zei:
“Sta op, neem het Kind en zijn moeder en trek naar het land Israël, want die het Kind naar het leven stonden zijn gestorven.”
Hij stond op, nam het Kind en zijn moeder en ging naar het land Israël.
Toen hij echter hoorde, dat Archelaüs in plaats van zijn vader Herodes over Juda heerste, vreesde hij daarheen te gaan; van Godswege in een droom gewaarschuwd, begaf hij zich daarom naar het gebied van Galilea.
Hier aangekomen vestigde hij zich in een stad, Nazaret geheten, opdat in vervulling zou gaan wat door profeten gezegd was:
Hij zal een Nazoreeër genoemd worden.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge