HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
De zielen van de rechtvaardigen echter zijn in Gods hand en geen foltering zal hen deren.
In de ogen van de dwazen schenen zij dood te zijn en hun heengaan werd als een onheil beschouwd,
hun verdwijnen uit ons midden als een vernietiging. Zij zijn echter in vrede.
Ook al worden zij naar de mening van de mensen gestraft, zij zijn vervuld van een hoop, de onsterfelijkheid;
na een korte tuchtiging zullen zij een grote weldaad ontvangen, omdat God hen op de proef heeft gesteld en bevonden heeft, dat zij Hem waardig zijn.
Als goud in de smeltkroes heeft Hij hen gekeurd; als een brandoffer heeft Hij hen aanvaard.
Wanneer dan de tijd van hun oordeel komt, zullen zij ontbranden en als vlammen door een stoppelveld jagen.
Zij zullen rechtspreken over de naties en heersen over de volkeren en de Heer zal hun koning zijn, in eeuwigheid
Zij die op Hem vertrouwen zullen de waarheid verstaan en zij die trouw zijn zullen in liefde bij Hem verblijven, want genade en barmhartigheid vallen zijn uitverkorenen ten deel.
De goddelozen echter zullen de straf krijgen, die zij met hun redeneringen verdiend hebben, want zij hebben de rechtvaardige veracht en zijn van de Heer afvallig geworden.
Hij immers die wijsheid en tucht geringschat is een ongelukkig mens: ijdel is hun hoop en hun moeite vergeefs en nutteloos zijn hun werken.
Hun vrouwen zijn dwaas en hun kinderen verdorven; vervloekt is hun nageslacht.
Zalig de onvruchtbare vrouw, die zich niet heeft bezoedeld, die van geen zondig bed heeft geweten: zij zal vrucht dragen bij het oordeel over de zielen.
Zalig ook de castraat, wiens hand de wet niet heeft geschonden en die geen zondige gedachten tegen de Heer heeft gekoesterd. want hij zal voor zijn trouw een uitgelezen gunstbewijs ontvangen en een kostelijker aandeel aan de tempel van de Heer.
Het streven naar het goede immers brengt roemrijke vruchten voort en zijn wortel, de verstandigheid, is zonder gebrek.
Kinderen van echtbrekers evenwel zullen niet tot hun bestemming komen en wie in een onwettig bed verwekt is zal spoorloos verdwijnen.
Al leven zij lang, zij zullen nooit in tel zijn en het loopt uit op een ouderdom zonder aanzien.
En sterven zij vroeg, voor hen is er geen hoop en op de dag van het oordeel geen troost,
want hard is het einde van een boos geslacht.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge