• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
De jonge Samuël deed dienst in het heiligdom van Jahwe, onder het toezicht van Eli. In die dagen was een woord van Jahwe een zeldzaamheid en kwam een visioen niet dikwijls voor.
Op zekere dag had Eli zich te slapen gelegd op zijn gewone plaats; zijn ogen begonnen zwak te worden en hij kon niet meer zien.
De lamp van God was nog niet gedoofd en Samuël lag te slapen in het heiligdom van Jahwe, waar de ark van God stond.
Toen riep Jahwe: `Samuël!' Samuël antwoordde: `Hier ben ik.'
Hij liep haastig naar Eli en zei: `Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?' Maar Eli antwoordde: `Ik heb niet geroepen; ga maar weer slapen.' En hij ging en legde zich te slapen.
Toen riep Jahwe opnieuw: `Samuël!' Samuël stond op, ging naar Eli en zei: `Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?' Eli antwoordde: `Ik heb niet geroepen, mijn jongen; ga maar weer slapen.'
Samuël kende Jahwe nog niet: een woord van Jahwe was hem nog nooit geopenbaard.
En weer riep Jahwe Samuël; nu voor de derde maal. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: `Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?' Toen begreep Eli dat het Jahwe was die de jongen riep.
En hij zei tot Samuël: `Ga slapen, en mocht Hij je roepen dan moet je zeggen: Spreek, Jahwe, uw dienaar luistert.' Samuël ging dus weer op zijn gewone plaats slapen.
Toen kwam Jahwe bij hem staan en riep, evenals de vorige malen: `Samuël, Samuël!' En Samuël antwoordde: `Spreek, uw dienaar luistert.'
Toen zei Jahwe tot Samuël: `Let op! Wat Ik in Israël ga verrichten zal allebei de oren doen tuiten van ieder die het hoort.
Die dag zal Ik aan het huis van Eli alles voltrekken wat Ik over dat huis gezegd heb, van het begin tot het einde.
Ik heb hem reeds medegedeeld dat Ik een onherroepelijk vonnis ga voltrekken over zijn huis, vanwege de wandaden die hem bekend waren: zijn zonen hebben God geminacht en hij is niet tegen hen opgetreden.
Daarom heb Ik het huis van Eli gezworen: Nooit in der eeuwigheid zal de schuld van het huis van Eli door slacht - of meeloffers verzoend worden.'
Samuël sliep nu door tot de ochtend en deed toen de deuren van de tempel van Jahwe open. Hij zag er tegen op, het visioen aan Eli mee te delen.
Maar Eli riep hem en zei: `Samuël, mijn zoon!' Hij antwoordde: `Hier ben ik.'
En Eli vroeg: `Wat is het voor een woord dat Hij tot jou heeft gesproken? Verberg het niet voor mij. God mag je dit aandoen en nog erger, als je iets verzwijgt van alles wat Hij je gezegd heeft.'
Toen vertelde Samuël hem alles, zonder hem iets te verzwijgen. En Eli antwoordde: `Het is Jahwe. Hij moge doen wat Hem goeddunkt.'
Samuël groeide op; Jahwe was met hem en liet niet een van zijn woorden onvervuld.
En heel Israël, van Dan tot Berseba, kwam te weten dat Samuël inderdaad als profeet van Jahwe was aangesteld.
Ook daarna bleef Jahwe in Silo verschijnen, want daar openbaarde Hij zich aan Samuël door tot hem te spreken.

Document

Naam: HEILIGE SCHRIFT
Willibrordvertaling 1975
Soort: Heilige Schrift
Datum:
Copyrights: © 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test