HEILIGE SCHRIFTWillibrordvertaling 1975
(Soort document: Heilige Schrift)
Wanneer iemand een vervloeking hoort en daar getuige van is of wanneer hij iets ziet of weet en dat niet aangeeft, dan zondigt hij en draagt hij de volle verantwoording.
Iemand raakt bijvoorbeeld zonder erg iets onreins aan, het kreng van een wild, tam of kruipend dier en een ander komt het te weten en wordt daardoor schuldig;
iemand raakt zonder erg iets onreins van een mens aan, onverschillig wat, en een ander komt het te weten en wordt daardoor schuldig;
of iemand laat zich een ondoordachte eed ontvallen ten goede of ten kwade of hoe dan ook en een ander komt het te weten en wordt daardoor schuldig:
in al deze gevallen moet de getuige die aan een van deze dingen schuldig is, belijden op welk punt hij gezondigd heeft.
Vanwege de zonde die hij heeft bedreven, moet hij dan Jahwe ter genoegdoening uit zijn kudde een vrouwelijk dier, schaap of geit, als zondeoffer aanbieden. De priester voltrekt voor hem de verzoening voor zijn zonden.
Kan hij een stuk kleinvee niet betalen, dan kan hij Jahwe ter genoegdoening voor zijn zonde twee tortels of duiven brengen, een als zondeoffer en een als brandoffer.
Hij brengt ze naar de priester, die eerst het dier offert dat voor het zondeoffer bestemd is; hij knijpt het vlak bij de nek af, zonder die er af te trekken,
en sprenkelt het bloed van het zondeoffer tegen de altaarwand. De rest van het bloed wordt er tegen de voet van het altaar uitgeknepen. Zo is het een zondeoffer.
De tweede vogel draagt hij, op de voorgeschreven wijze, als brandoffer op. Zo voltrekt de priester voor hem de verzoening voor de zonde, die hij heeft bedreven en wordt hem vergeving geschonken.
Is hij niet in staat twee tortels of twee duiven te betalen, dan moet hij als gave voor hetgeen hij misdaan heeft een tiende efa bloem als zondeoffer brengen, zonder er olie op te doen of er wierook bij te voegen, omdat het een zondeoffer is.
Hij brengt dat naar de priester, die er, als teken van het geheel, een handvol uitneemt en met de offergaven van Jahwe op het altaar in rook doet opgaan. Zo is het een zondeoffer.
De priester voltrekt voor hem de verzoening voor een van de genoemde zonden die hij heeft bedreven en er wordt hem vergeving geschonken. De rest komt toe aan de priester, zoals bij het meeloffer.
Wanneer iemand een vergrijp begaat en zich door onoplettendheid bezondigt aan iets wat Jahwe is toegewijd, dan moet hij Jahwe ter genoegdoening uit zijn kudde een ram zonder gebrek als schuldoffer brengen, ter waarde van zoveel zilveren sikkels in heilige munt.
Hij moet het heilige waaraan hij zich bezondigd heeft vergoeden, vermeerderd met een vijfde, en aan de priester geven. De priester voltrekt voor hem de verzoening met de ram van het schuldoffer en er wordt hem vergeving geschonken.
Wanneer iemand zonder het te weten zondigt tegen een van de voorschriften van Jahwe en iets doet wat verboden is, dan is hij schuldig en moet ervoor boeten.
Hij moet als schuldoffer uit zijn kudde een ram zonder gebrek, van een bepaalde waarde, naar de priester brengen. Deze voltrekt voor hem de verzoening voor de zonde, die hij door onoplettendheid en zonder het te weten heeft bedreven, en er wordt hem vergeving geschonken.
Het is een schuldoffer, want hij had zich schuldig gemaakt tegenover Jahwe.
Wanneer iemand zondigt en een vergrijp begaat tegen Jahwe, - door te ontkennen dat een volksgenoot hem iets in bewaring gegeven of ter hand gesteld heeft,
door met een valse eed te loochenen dat hij een verloren voorwerp gevonden heeft, of door andere soortgelijke vergrijpen,
dan moet hij, omdat hij gezondigd en schuld op zich geladen heeft, het geroofde, het door uitbuiting verkregene, het in bewaring gegevene of het gevonden voorwerp
of datgene waarover hij een valse eed heeft afgelegd, geheel vergoeden, vermeerderd met een vijfde van de waarde, en dat op de dag van zijn schuldoffer aan de eigenaar geven.
Hij moet Jahwe ter genoegdoening uit zijn kudde een ram zonder gebrek, van een bepaalde waarde, als schuldoffer aanbieden.
Hij brengt het dier naar de priester en voor Jahwe voltrekt deze aan hem de verzoening voor de overtreding, waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt.
© 1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge