En nu bid ik u, Vrouwe, en het is geen nieuw gebod waarover ik u schrijf, maar het gebod dat wij van het begin af hebben gehad: laten wij elkaar liefhebben.
En hierin bestaat de liefde, dat wij een leven leiden naar zijn geboden. En dit is het gebod, dat gij van het begin af hebt vernomen: dat gij leeft in de liefde.
Want veel verleiders zijn tot de wereld uitgegaan; zij loochenen de komst van Jezus Christus in het vlees. Dat is het kenmerk van de verleider en de antichrist.
Hoewel ik u nog veel te zeggen heb, doe ik het liever niet met pen en inkt. Ik hoop bij u te komen en mij mondeling met u te onderhouden; dan zal onze vreugde volkomen zijn.