Hij liep haastig naar Eli en zei: `Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?' Maar Eli antwoordde: `Ik heb niet geroepen; ga maar weer slapen.' En hij ging en legde zich te slapen.
Toen riep Jahwe opnieuw: `Samuël!' Samuël stond op, ging naar Eli en zei: `Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?' Eli antwoordde: `Ik heb niet geroepen, mijn jongen; ga maar weer slapen.'
En weer riep Jahwe Samuël; nu voor de derde maal. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: `Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?' Toen begreep Eli dat het Jahwe was die de jongen riep.
En hij zei tot Samuël: `Ga slapen, en mocht Hij je roepen dan moet je zeggen: Spreek, Jahwe, uw dienaar luistert.' Samuël ging dus weer op zijn gewone plaats slapen.