Maar God laakt hun fouten met deze woorden: Er komen dagen, zegt de Heer, dat Ik met het huis van Israël en het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten.
Het zal anders zijn dan het verbond dat Ik met hun vaderen sloot, toen Ik hen bij de hand vatte om ze uit Egypte te leiden, want zij hebben zich niet aan mijn verbond gehouden en Ik heb Mij niet meer om hen bekommerd, zegt de Heer.
En zo zal het verbond zijn dat Ik met het huis van Israël zal sluiten, zegt de Heer: Mijn wetten prent Ik in hun geest en Ik grif ze in hun hart: Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.
Dan zal niemand meer zijn medeburger onderrichten noch zeggen tot zijn broeder: Ken uw Heer. Allen zullen ze Mij kennen, van de kleinste tot de grootste.