Dan slacht hij voor het volk de bok als zondeoffer, brengt het bloed van het dier achter het voorhangsel en sprenkelt het voor en op de dekplaat, zoals hij met het bloed van de stier heeft gedaan.
Zo voltrekt hij aan het heiligdom de verzoening voor de onreinheid en de overtredingen der Israƫlieten, welke hun zonden ook mogen zijn. Zo zal hij ook doen voor de tent der samenkomst, die bij hen staat, ondanks hun onreinheid.