In die tijd, toen het aantal leerlingen steeds toenam, begonnen de Hellenisten tegen de Hebreeën te morren, omdat bij de dagelijkse ondersteuning hun weduwen achtergesteld werden.
De twaalf riepen nu de leerlingen in vergadering bijeen en zeiden: “Het past niet dat wij het woord Gods verwaarlozen door de zorg voor de ondersteuning.