Door de handen van de apostelen geschiedden er vele wondertekenen onder het volk. Allen waren eensgezind en kwamen tezamen in de Zuilengang van Salomo.
Men bracht zelfs de zieken op straat en legde ze neer op bedden en draagbaren in de hoop dat, als Petrus voorbijging, tenminste zijn schaduw op een van hen zou vallen.
Zelfs uit de steden rondom Jeruzalem stroomden de mensen toe. Zij brachten zieken mee en mensen die van onreine geesten te lijden hadden en allen werden genezen.