Paus Franciscus - 24 mei 2015
Niet alleen zijn er overwinnaars en verliezers onder de landen, maar ook binnen de arme landen waar verschillende verantwoordelijkheden moeten worden vastgesteld. Daarom kunnen kwesties met betrekking tot het milieu en de economische ontwikkeling niet alleen maar ter sprake worden gebracht uitgaande van de verschillen tussen de landen, maar vragen zij erom aandacht te schenken aan de nationale en internationale politiek.
De mogelijkheid van onverantwoord gebruik van menselijke vermogens in aanmerking genomen, heeft iedere staat binnen het eigen gebied de functie, die geen uitstel gedoogt, te plannen, coördineren, waakzaam te zijn en te sanctioneren. Hoe ordent en bewaakt de maatschappij de eigen toekomst in een context van voortdurende technologische vernieuwingen? Een factor die in dezen op doeltreffende wijze regulerend werkt, is het recht, dat de regels voor het gedrag dat in het licht van het algemeen welzijn is toegestaan, vaststelt. De grenzen die een gezonde, volwassen en soevereine maatschappij moet opleggen, betreffen vooruitzichten en voorzorgsmaatregelen, adequate regelingen, waakzaamheid betreffende het toepassen van de normen, het bestrijden van corruptie, operationele controle op het aan de oppervlakte komen van niet gewenste effecten van productieprocessen en passend ingrijpen ten opzichte van onbepaalde of mogelijke risico’s. Er bestaat een groeiende jurisprudentie die erop gericht is de vervuilende effecten van de activiteiten van ondernemingen terug te dringen. Maar de politieke en institutionele structuur bestaat niet alleen om boze praktijken te vermijden, maar ook om de goede praktijken aan te moedigen, om de creativiteit te stimuleren die nieuwe wegen zoekt, om persoonlijke en collectieve initiatieven te vergemakkelijken.
Het drama van een politiek die gefocust is op onmiddellijke resultaten en ook nog wordt gesteund door consumptistische bevolkingen, maakt het noodzakelijk op korte termijn groei te produceren. Omdat ze beantwoorden aan electorale belangen, wagen regeringen zich er niet gemakkelijk aan om de bevolking te irriteren met maatregelen die het consumptieniveau kunnen aantasten of buitenlandse investeringen in gevaar kunnen brengen. Een kortzichtige machtsconstructie remt het opnemen van een vooruitziende milieuagenda binnen de publieke agenda van regeringen. Zo vergeet men dat “tijd boven ruimte gaat”, Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 222 dat wij steeds vruchtbaarder zijn, wanneer wij er ons om bekommeren processen te genereren in plaats van machtsposities te bekleden. Politieke grandeur manifesteert zich, wanneer men op moeilijke ogenblikken handelt op basis van grootse beginselen en denkend aan het algemeen welzijn op lange termijn. De politieke macht heeft er grote moeite mee deze plicht op te nemen in een project van de natie.
Op sommige plaatsen is men samenwerkingsverbanden aan het ontwikkelen voor de exploitatie van hernieuwbare energie die een lokale zelfstandigheid en zelfs de verkoop van de overtollige productie toestaan. Dit eenvoudige voorbeeld wijst erop dat, terwijl de bestaande wereldorde niet in staat blijkt verantwoordelijkheid te nemen, de lokale instantie het verschil kan maken. Daar kunnen immers een grotere verantwoordelijkheid, een sterk gemeenschapsgevoel, een bijzonder vermogen om voor de ander te zorgen en een edelmoedigere creativiteit, een diepe liefde voor de eigen grond ontstaan, evenals het denken aan wat men kinderen en kleinkinderen achterlaat. Deze waarden hebben zeer diepe wortels in de oorspronkelijke bevolkingen. Daar het recht soms ten gevolge van de corruptie niet voldoende blijkt, is er onder druk van de bevolking een politieke beslissing vereist. De maatschappij moet door middel van niet gouvernementele organen en intermediaire organisaties de regeringen verplichten normenstelsels, procedures en strengere controles te ontwikkelen. Als de burgers de - nationale, regionale en gemeentelijke - politieke macht niet controleren, dan is er ook geen bestrijding van milieuschade mogelijk. Anderzijds kan gemeentelijke wetgeving doeltreffender zijn, als er overeenkomsten zijn tussen naburige volken om eenzelfde milieupolitiek te ondersteunen.
Men kan niet denken aan uniforme recepten, omdat er specifieke problemen en beperkingen van ieder land en iedere streek zijn. Weliswaar kan ook politiek realisme vragen om overgangsmaatregelen en overgangstechnologieën, mits ze maar gepaard gaan met planning en een accepteren van geleidelijke bindende verplichtingen, maar tegelijkertijd is er altijd op nationaal en lokaal niveau veel te doen, bijvoorbeeld het bevorderen van vormen van energiebesparing. Dat houdt in manieren van industriële productie begunstigen met de grootste energetische doelmatigheid en een geringer verbruik van grondstoffen, waarbij producten die vanuit energetisch standpunt bezien weinig doelmatig of meer vervuilend zijn, uit de markt worden gehaald. Wij kunnen hier ook een goed beheer van het vervoer of bouw- en verbouwingstechnieken bij gebouwen vermelden, die het energieverbruik en het niveau van vervuiling terugdringen. Anderzijds kan de lokale politiek zich richten op een verandering in de consumptie, de ontwikkeling van een afval- en recyclingeconomie, op de bescherming van bepaalde soorten en de programmering van een gediversifieerde landbouw met een wisselbouw van culturen. Het is mogelijk een verbetering op landbouwgebied van de arme streken te begunstigen door middel van investeringen in de rurale infrastructuren, in de organisatie van de lokale of nationale markt, in irrigatiesystemen, in de ontwikkeling van duurzame landbouwtechnieken. Men kan vormen van samenwerking en gemeenschappelijke organisatie faciliteren die de belangen van de kleine producenten beschermen en lokale ecosystemen behoeden voor plundering. Er is veel wat men kan doen!
Continuïteit is onontbeerlijk, daar men de politiek betreffende klimaatveranderingen en milieubescherming niet kan veranderen, telkens wanneer men van regering verandert. Resultaten vragen veel tijd en brengen onmiddellijke kosten met zich mee met effecten die in één regeringsperiode niet zullen kunnen worden getoond. Daarom zal er zonder druk van de bevolking en de instellingen altijd nog meer verzet zijn om in te grijpen, wanneer er dringende kwesties moeten worden opgelost. Dat een politicus deze verantwoordelijkheden met de kosten die zij inhouden, op zich neemt, beantwoordt niet aan de “op efficiëntie en onmiddellijk resultaat gerichte” logica van de huidige economie en politiek, maar als hij de moed zal hebben om dit te doen, zal hij opnieuw de waardigheid kunnen erkennen die God hem heeft gegeven, en zal na zijn weg in deze geschiedenis een getuigenis van edelmoedige verantwoordelijkheid achterlaten. Men dient meer ruimte te scheppen voor een gezonde politiek die in staat is de instellingen te hervormen, ze te coördineren en te voorzien van goede praktijken die het mogelijke maken druk en verderfelijke traagheid te overwinnen. Men moet hier echter wel aan toevoegen dat de beste instrumenten uiteindelijk bezwijken, wanneer grote doeleinden, waarden, een humanistisch en betekenisvol begrip ontbreken die in staat zijn iedere maatschappij een nobele en edelmoedige gerichtheid te geven.