Paus Franciscus - 24 mei 2015
Het moderne antropocentrisme heeft uiteindelijk paradoxaal de technische rede boven de werkelijkheid gesteld, omdat dit menselijk wezen “de natuur niet meer voelt als geldige norm, noch als levende toevlucht. Het ziet haar zonder hypothese objectief als ruimte en materie waarbinnen een werk moet worden verwezenlijkt waarop men zich volledig moet storten, en het maakt niet uit wat het resultaat daarvan zal zijn”. Romano Guardini, Das Ende der Neuzeit. Würzburg, 19659, 63 Zo wordt de intrinsieke waarde van de wereld gebagatelliseerd. Maar als de mens zijn ware plaats niet opnieuw ontdekt, begrijpt het op een adequate wijze zichzelf niet en weerspreekt het uiteindelijk de eigen werkelijkheid. “Niet alleen de aarde is aan de mens gegeven, die haar gebruiken moet met eerbiediging van de oorspronkelijke bedoeling, volgens welke ze hem geschonken is als een goed, maar ook de mens is aan zichzelf gegeven door God en hij moet daarom de natuurlijke en zedelijke structuur respecteren waarmee hij begiftigd is”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 38
In de moderne tijd heeft er een opmerkelijke antropocentrische buitensporigheid plaatsgevonden die in een andere gedaante iedere verwijzing naar iets gemeenschappelijks en iedere poging de maatschappelijke banden te versterken blijft ondermijnen. Daarom is het ogenblik gekomen om opnieuw aandacht te besteden aan de werkelijkheid met de grenzen die zij stelt en die op hun beurt de mogelijkheid vormen van een gezondere en vruchtbaardere menselijke en maatschappelijke ontwikkeling. Een niet adequate presentatie van de christelijke antropologie heeft uiteindelijk een verkeerde opvatting bevorderd van de relatie van de mens met de wereld. Vaak is een Prometheïsche droom van heerschappij over de wereld doorgegeven, die de indruk heeft gewekt dat zorg voor de natuur iets voor zwakke figuren is. Een juiste interpretatie van de idee over de mens als heer van het heelal is daarentegen dit te verstaan als verantwoordelijke beheerder. Vgl. Azië (FABC), Verklaring n.a.v. het Colloquium, gepromoot door de Federatie van de Bisschoppenconferentie van Azië (Tagaytay, 31 janurari-5 februari 1993), Love for Creation. An Asian Reponse to the Ecological Crisis (5 feb 1993). 3.3.2
Het gebrek aan bezorgdheid om de schade aan de natuur en het effect van de beslissingen op het milieu te meten is alleen maar een duidelijke weerspiegeling van een geïnteresseerdheid om de boodschap te erkennen die in de structuren zelf van de natuur staat geschreven. Wanneer men in de werkelijkheid zelf niet het belang van een arme, van een menselijke embryo, van iemand met een handicap - om maar enkele voorbeelden te noemen -, erkent, zal men moeilijk de kreten van de natuur kunnen horen. Alles is met elkaar verbonden. Als het menselijk wezen zich onafhankelijk van de werkelijkheid verklaart en zich tot absoluut heerser maakt, dan verbrokkelt de basis zelf van zijn bestaan, omdat “de mens in plaats van zijn rol als medewerker van God in het scheppingswerk te vervullen zich in Gods plaats stelt en zo uiteindelijk de opstand van de natuur oproept”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 37
Deze situatie brengt ons tot een permanente schizofrenie, die gaat van een technocratische vervoering, die andere wezens geen eigen waarde toekent, tot een reactie van het ontzeggen van iedere bijzondere waarde aan het menselijk wezen. Maar men kan de mensheid niet buiten beschouwing laten. Er zal geen nieuwe relatie met de natuur zijn zonder een nieuw menselijk wezen. Er is geen ecologie zonder een adequate antropologie. Wanneer de menselijke persoon alleen maar wordt beschouwd als nog een wezen als andere, dat voortkomt uit het spel van het toeval of een fysieke determinisme, “(dreigt) in het geweten van de mensen het verantwoordelijkheidsbewustzijn te verminderen”. Paus Benedictus XVI, Boodschap, Wereld Vredes Dag 2010, Als u de vrede wilt bevorderen, bescherm dan de schepping (8 dec 2009), 2 Een scheef gegroeid antropocentrisme moet niet noodzakelijkerwijs een “biocentrisme” laten voorgaan, omdat dat een nieuw gebrek aan evenwicht zou invoeren, dat niet alleen de problemen niet oplost, maar andere toevoegt. Men kan van de mens geen engagement met betrekking tot de wereld vragen, als men niet tegelijkertijd zijn bijzondere vermogens van kennis, wil, vrijheid en verantwoordelijkheid erkent en op hun juiste waarde schat.
De kritiek op een scheef gegroeid antropocentrisme zou evenmin de waarde van de relaties tussen personen op het tweede plan moeten plaatsen. Als de ecologische crisis een naar voren komen of een uiterlijke manifestatie is van een ethische, culturele en geestelijke crisis van de moderne tijd, dan hoeven wij ons geen illusie te maken dat wij onze relatie met de natuur en het milieu weer gezond kunnen maken, zonder alle fundamentele menselijke relaties weer gezond te maken. Wanneer het christelijke denken voor de mens aanspraak maakt op een bijzondere waarde boven de andere schepsels, geeft het ruimte voor een waardering van iedere menselijke persoon en stimuleert zo het erkennen van de ander. Het openstaan voor een “jij”, dat in staat is te kennen, lief te hebben en een dialoog aan te gaan, blijft de grote adel van de menselijke persoon. Daarom is het met betrekking tot een adequate relatie met de schepping niet nodig de sociale dimensie van het menselijk wezen te bagatelliseren, evenmin als zijn transcendente dimensie, zijn openstaan voor het goddelijke “Jij”. Men kan immers niet een relatie met het milieu naar voren brengen en de relatie met de andere personen en met God buiten beschouwing laten. Dat zou een romantisch, als een ecologische schoonheid vermomd individualisme en een verstikkend zich opsluiten in immanentie zijn.
Daar alles in relatie staat, is de verdediging van de natuur evenmin verenigbaar met de rechtvaardiging van abortus. Een educatieve weg voor de aanvaarding van de ons omgevende zwakke wezens, die soms hinderlijk of storend zijn, lijkt niet uitvoerbaar, wanneer men een menselijk embryo geen bescherming biedt, hoewel de komst ervan ongemak en moeilijkheden met zich meebrengt: “Als de persoonlijke en sociale zin voor de aanvaarding van een nieuw leven verloren gaat, dan verdorren ook andere voor het sociale leven nuttige vormen van aanvaarding”. Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de integrale ontwikkeling van de mens in liefde en waarheid, Caritas in Veritate (29 juni 2009), 28
Het wachten is nog op de ontwikkeling van een nieuwe synthese die de valse vormen van dialectiek van de laatste eeuwen overwint. Het Christendom zelf denkt, zich trouw houdend aan zijn identiteit en de schat aan waarheid die het van Jezus Christus heeft gekregen, steeds over zichzelf na en drukt zich opnieuw uit in dialoog met de nieuwe historische situaties en laat zo zijn eeuwige nieuwheid opbloeien. Vgl. H. Vincentius de Lérins, Commonitorium primum. Cap. 23: PL 50, 688: "Ut annis scilicet consolidetur, dilatetur tempore, sublimetur aetate."