Paus Franciscus - 24 mei 2015
De urgente uitdaging om ons gemeenschappelijke huis te beschermen omvat de bezorgdheid om heel de mensenfamilie te verenigen in het zoeken naar een houdbare en integrale ontwikkeling, aangezien wij weten dat de dingen kunnen veranderen. De Schepper laat ons niet in de steek, Hij trekt zich nooit terug van zijn plan van liefde, Hij heeft er geen spijt van dat Hij ons heeft geschapen. De mensheid heeft nog het vermogen samen te werken om ons gemeenschappelijke huis te bouwen. Ik wil mijn dankbaarheid tot uiting brengen, al degenen bemoedigen en bedanken die in de meest verschillende sectoren van menselijke activiteit werken om de bescherming van het huis dat wij delen, te waarborgen. Een bijzondere dankbaarheid verdienen allen die krachtig ervoor strijden om de dramatische gevolgen van het verval van het milieu in het leven van de armsten in de wereld op te lossen. De jongeren eisen van ons een verandering. Zij vragen zich af hoe het mogelijk is dat men pretendeert aan een betere toekomst te bouwen zonder te denken aan de milieucrisis en het lijden van hen die worden buitengesloten.
Ik doe dan een dringende oproep tot een nieuwe dialoog over de wijze waarop wij bouwen aan de toekomst van de planeet. Wij hebben behoefte aan een gesprek dat ons allen verenigt, omdat de uitdaging van het milieu die wij meemaken, en de menselijke wortels ervan ons aangaan en ons allen raken. De wereldwijde ecologische beweging heeft al een lange en rijke weg afgelegd en talrijke groepen burgers doen ontstaan die een bewustwording hebben bevorderd. Helaas zijn veel inspanningen om concrete oplossingen te zoeken voor de milieucrisis vaak gefrustreerd, niet alleen door de weigering van de machtigen, maar ook door het gebrek aan belangstelling van de anderen. Gedragingen die ook onder gelovigen de wegen voor een oplossing in de weg staan, gaan van de ontkenning van het probleem tot onverschilligheid, gemakzuchtige berusting of blind vertrouwen in technische oplossingen. Wij hebben een nieuwe universele solidariteit nodig. Zoals de bisschoppen van Zuid-Afrika hebben gezegd, “zijn de talenten en het engagement van allen nodig om de door de mens aan de schepping van God toegebrachte schade te herstellen”. Zuid-Afrika, Pastoral Statement on the Environmental Crisis (5 sept 1999) Wij kunnen allen meewerken als instrument van God voor de zorg voor de schepping, ieder met zijn eigen cultuur en ervaring, eigen initiatieven en vermogen.
Ik hoop dat deze encycliek, die zich voegt bij de sociale leer van de Kerk, ons helpt te de grootheid, urgentie en schoonheid te erkennen die zich aan ons voordoet. Op de eerste plaats zal ik een overzicht geven van de verschillende aspecten van de huidige ecologische crisis om de beste vruchten van het vandaag beschikbare wetenschappelijke onderzoek over te nemen, ons er ten diepste door te laten raken en een concrete basis te geven aan het daarop volgende ethische en spirituele traject. Uitgaande van dit overzicht zal ik enkele argumentaties hernemen die voortkomen uit de joods-christelijke traditie om onze inzet voor het milieu een grotere samenhang te geven. Vervolgens zal ik trachten te komen tot de wortels van de huidige situatie om niet alleen de symptomen, maar ook de diepe oorzaken ervan te begrijpen. Zo zullen wij een ecologie kunnen voorstellen die in haar verschillende dimensies de specifieke plaats die het menselijk wezen in deze wereld inneemt, en zijn relaties met de omringende werkelijkheid aanvult. In het licht van deze reflectie zou ik een stap verder willen gaan in enkele brede lijnen voor een dialoog en activiteit die zowel ieder van ons, als de internationale politiek erbij betrekt. Ten slotte, daar ik er van overtuigd ben dat iedere verandering motivering en een educatieve weg nodig heeft, zal ik enkele richtlijnen voor menselijke rijping voorstellen die geïnspireerd zijn door de schat aan christelijke spirituele ervaring.
Hoewel ieder hoofdstuk een eigen thematiek en specifieke methodologie heeft, herneemt het op zijn beurt vanuit een nieuw perspectief belangrijke kwesties die in de voorafgaande hoofdstukken zijn behandeld. Dit betreft in het bijzonder enkele belangrijke aspecten die door de hele encycliek heen lopen. Bijvoorbeeld: de nauwe relatie tussen de armen en de broosheid van de planeet; de overtuiging dat alles in de wereld nauw met elkaar in verband staat; kritiek op het nieuwe paradigma en de vormen van macht die voortvloeien uit de technologie; de uitnodiging andere manieren te zoeken om de economie en de vooruitgang te verstaan; de eigen waarde van ieder schepsel; de menselijke zin van de ecologie; de noodzaak van oprechte en eerlijke debatten; de zware verantwoordelijkheid van de internationale en lokale politiek; de wegwerpcultuur en het voorstel voor een nieuwe levensstijl. Deze thema’s worden nooit afgesloten of verder niet meer behandeld, maar integendeel voortdurend hernomen en verrijkt.