
Paus Franciscus - 24 mei 2015
De rijke en de arme hebben een gelijke waardigheid, omdat “de Heer hen allen heeft gemaakt” (Spr. 22, 2), “Hij zelf klein en groot heeft gemaakt (Wijsh. 6, 7) en “de zon laat opgaan over slechten en goeden” (Mt. 5, 45). Dit heeft praktische consequenties, zoals die welke door de bisschoppen van Paraguay werden geformuleerd: “Ieder boer heeft het natuurlijke recht een redelijk lapje grond te bezitten, waar hij zijn huis op kan bouwen, werken voor het levensonderhoud van zijn gezin en zekerheid kan hebben betreffende zijn eigen bestaan. Dit recht moet worden gegarandeerd, opdat het uitoefenen ervan niet schijn, maar werkelijk is. En dit betekent dat de boer, behalve dat hij de titel van eigenaar heeft, moet kunnen rekenen op de middelen van technische vorming, leningen, verzekeringen en toegang tot de markt”. Paraguay, El campesino paraguayo y la tierra (12 juni 1983)