Paus Franciscus - 24 mei 2015
De schepselen van deze wereld mogen niet worden beschouwd als een goed zonder eigenaar: “Gij spaart echter alles, omdat het van U is, Gij Heer, die al wat leeft bemint” (Wijsh. 11, 26). Dit leidt tot de overtuiging dat wij allen, als wezens van het heelal en geschapen door dezelfde Vader, met elkaar verbonden zijn door onzichtbare banden en een soort universele familie vormen, een verheven gemeenschap die ons aanzet tot een heilig, liefdevol en nederig respect. Ik wil eraan herinneren dat “God ons zo nauw met de wereld die ons omgeeft, heeft verbonden dat de woestijnvorming van de bodem als het ware een ziekte is voor ieder en wij mogen klagen over het uitsterven van een soort, als was het een verminking”. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 215