Paus Franciscus - 24 mei 2015
De goddelijke Personen zijn subsistente relaties en de wereld, die naar goddelijk model is geschapen, is een weefsel van relaties. De schepselen neigen naar God en op zijn beurt is het eigen aan ieder levend wezen naar iets anders te neigen, en wel zo dat wij binnen het heelal talloze constante relaties kunnen tegenkomen die verborgen met elkaar verweven zijn. Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I, q. 11, art. 3 Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I, q. 21, art. 1 ad 3 Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I, q. 47, art. 3 Dit nodigt ons er niet alleen toe uit de vele banden te bewonderen die er tussen schepsels bestaan, maar brengt ons ook ertoe een sleutel tot onze eigen verwezenlijking te ontdekken. Immers, hoe meer de menselijke persoon groeit, rijpt en zich heiligt, des te meer treedt hij in relatie, wanneer hij buiten zichzelf treedt, om in gemeenschap met God, met de ander en met alle schepselen te leven. Zo neemt hij in zijn eigen bestaan de trinitaire dynamiek op die God vanaf zijn schepping erin heeft gelegd. Alles is met elkaar verbonden en dit nodigt ons ertoe uit om een spiritualiteit van de solidariteit te doen rijpen, die voortkomt uit het mysterie van de Drie-eenheid.